maandag 26 april 2021

Duitse vertaling 'Karstjäger'

Tot mijn aangename verrassing ontving ik vandaag een paar exemplaren van de Duitse vertaling van mijn boek Karstjäger, dat oorspronkelijk begin vorig jaar bij uitgeverij Aspekt verscheen. De Duitse titel luidt: Karstjäger: die kurze Geschichte der 24. Waffen-SS-Gebirgsbrigade en telt 102 blz. Uiteraard ben ik ermee in mijn nopjes. Ik had er zelfs helemaal geen rekening mee gehouden dat er nog een vertaling zou verschijnen. Alvast leuk om te ontvangen in deze coronatijden.

vrijdag 23 april 2021

Sandschak-moslims streden aan Duitse zijde

Enkele dagen geleden verscheen het veertiende Bulletin Tweede Wereldoorlog bij uitgeverij Aspekt (ISBN 9789464241471 24,95 euro) met daarin twee korte artikels van mijn hand. De eerste bijdrage is gewijd aan de Graf Zeppelin, het enige Duitse vliegdekschip dat ooit voor de Kriegsmarine gebouwd werd. Hoewel het voor 90 % voltooid was, werd het tijdens de oorlog nooit ingezet. Na de oorlog viel het 262,50 meter lange schip in Sovjet-Russische handen die het eerst als kazerne en daarna als testobject voor bommenwerpers gebruikten. Het wrak ligt verzonken in de Oostzee.

Mijn tweede bijdrage is gewijd aan de korte geschiedenis (1943-1944) van het SS-Polizei Selbstschutz-Regiment 'Sandschak', dat voor een groot deel uit moslims afkomstig uit Sandschak of Sandzak bestond, een regio in het zuidwesten van Servië en het noorden van Montenegro. Deze doorgaans slecht opgeleide en bewapende moslimeenheid schitterde door gebrek aan discipline en militaire ervaring. Bij het eerste treffen met de Tito-partizanen ging het grootste deel van hen meteen op de loop om hun eigen haard en dorp te verdedigen. Zichzelf verdedigen (Selbstschutz) was inderdaad letterlijk te nemen. 

zondag 11 april 2021

De inbeslagname van Nederlandse schepen in 1918 in Amerika

In Nederland geniet de Aspekt-reeks over de Eerste Wereldoorlog onder de titel De Grote Oorlog in kennerskringen algemene bekendheid. In ons land is dat vooralsnog niet het geval. Tal van boekhandels, vooral dan de keten van Standaard Boekhandels, hebben geen titels uit de reeks in voorraad of erger kennen het bestaan ervan niet. Dat volledig ten onrechte.

Heel recent verscheen deel 42 in de sinds begin deze eeuw opgestarte reeks. Vooral het artikel over de 'schepenroof' of de inbeslagname van Nederlandse schepen in Amerikaanse havens in 1918 van de hand van Elise Burggraaf vraagt om de aandacht van de lezer. Nergens anders las ik hierover. Daarnaast zijn er ook bijdragen over de geneeskunde tijdens de oorlog, over de laatste offensieven in 1918 aan het westfront, over het lot van uit Duitse krijgsgevangenschap ontsnapte Russen die in het Nederlandse Heerlen een veilig heenkomen zochten, en over de Duitse kolonie tijdens de oorlog in Antwerpen. Artikel van de hand van de Antwerpse historicus Antoon Vrints van wie we al een en ander mochten lezen. 

Het meest in het oog springende artikel is dat van Ad van der Logt die tachtig bladzijden besteedde aan twee Nederlandse antioorlogsromans uit het interbellum: Henri van Boven, De scheiding (1919) en Willem Lenglet (ps. Edouard de Nève), Muziek voorop (1935). Een alleszins intrigerend en boeiend stuk. Wijlen C. Smit besteedt in twee korte artikels aandacht aan de relaties tussen België en Nederland voor en na de wapenstilstand van 1918. Zijn bijdragen zijn duidelijk gedateerd. Immers zij verschenen in 1973. Kortom de historisch geïnteresseerde lezer komt ook in dit boekdeel aan zijn trekken.

"De Grote Oorlog: kroniek 1914-1918: essays over de Eerste Wereldoorlog, deel 42". Soesterberg, Aspekt, 2021. Ill., 271 blz. Gen., 25 €  ISBN 978-94-6424-092-4

vrijdag 9 april 2021

Mark Grammens

 Sinds een tijdje ben ik doende met het schrijven van een ruim opgevat

Links Koenraad Elst, in het midden Els Grootaers (foto Herwig Vereycken)


biografisch artikel over journalist-uitgever Mark Grammens. Samen met enkele andere pennenridders werk ik mee aan een boek dat zal verschijnen naar aanleiding van de vijfde sterfdag van onze gewezen strijdvaardige journalist, die zijn onuitwisbare stempel zette op het geestelijke leven van Vlaanderen tijdens de tweede helft van de vorige eeuw. Het boek zal door uitgeverij DoorbraakBoeken komende herfst uitgegeven worden.

donderdag 8 april 2021

Sterke vrouwen rond Thomas Mann


 In 1905 huwde Thomas Mann met de acht jaar jongere en vrijgevochten Katia Pringsheim. Mann had heel wat moeite moeten doen om haar voor zich te winnen. Zo had hij haar eis moeten inwilligen en afzien van een kerkelijk huwelijk, daar ze zich voor een altaar te veel als een offergave zou voelen. Enkele jaren tevoren had Thomas Mann zelf een diepe crisis moeten overwinnen, en zijn homoseksuele gevoelens onderdrukt. Hiervoor uitkomen zou zijn maatschappelijke dood betekend hebben. Tijdens hun huwelijksleven zou Mann nog regelmatig te kampen hebben met deze gevoelens, en ze telkens onderdrukken. Katia was hiervan op de hoogte. Het grote publiek zou er pas kennis mee nemen in 1975 toen Manns dagboeken gepubliceerd werden.

In haar succesrijke Mann-reeks publiceerde Margreet den Buurman zopas een nieuw deel; ditmaal handelend over Vrouwen rond Thomas Mann. Het boek bevat geen slaapkamergeheimen over het intieme huwelijksleven van Katia en Thomas Mann, wel gaat auteur dieper in op de vrouwen, die invloed uitoefenden op het leven van de latere Nobelprijswinnaar. We denken hierbij in de eerste plaats aan zijn moeder, schoonmoeder, de feministe en schrijfster Hedwig Dohm, zijn dochter Erika en de Amerikaanse Agnes Meyer, die ervoor zorgde dat de Manns naar de Verenigde Staten konden emigreren. Stuk voor stuk sterke vrouwen met elk een eigen boeiend verhaal. In het voorliggende boek brengt Margreet den Buurman hen weer tot leven. Enige vertrouwdheid met de familiegeschiedenis vormt een pluspunt maar is geen vereiste om het boek vlot te kunnen lezen.

Margreet den Buurman, "Vrouwen rond Thomas Mann". Soesterberg, Aspekt, 2021. Ill., 185 blz. Gen., 19,95 euro ISBN 978-94-6424-102-0

vrijdag 2 april 2021

De strijd om de Duitse Afrikaanse koloniën

 Het voorliggende boek handelt over de ongelijke strijd tijdens de Eerste Wereldoorlog om de Duitse koloniale bezittingen in Afrika. Naast zijn Aziatische bezittingen bezat Duitsland in 1914 in Afrika: Oost-Afrika, Zuidwest-Afrika, Kameroen en Togo. Duitsland was de mening toegedaan dat Europese landen die met elkaar in oorlog raakten, deze niet moesten uitvechten in hun kolonies daar de inheemse volkeren hiermee niets te maken hadden, en tevens geen getuige dienden te zijn hoe blanken (toch hun meesters!) elkaar bevochten. Dat was toch geen zicht, meenden ze. De geallieerden (Groot-Brittannië, Frankrijk, België en Portugal) hadden hier geen oren naar en waren tuk op de Duitse koloniale bezittingen. Zo makkelijk kregen ze echter de Duitse kolonies niet in handen. Dat blijkt alvast uit het leesbare boek van Bas de Groot, die al menig boek over de grote wereldbrand op zijn palmares heeft staan.

Veelal konden de geallieerden een veelvoud aan troepen inzetten en waren de Duitsers en hun zwarte hulptroepen, de gevreesde Askari telkens in de minderheid. De Duitse militairen hadden echter drie grote troeven in handen: ze vochten uiterst flexibel, de Askari waren zeer betrouwbaar en hun medische dienst was de beste van Afrika. In Duits Oost-Afrika (het huidige Zambia) vocht de briljante Duitse generaal Lettow-Vorbeck met zijn 14.000 manschappen jarenlang succesvol tegen 130 à 160.000 geallieerden. Op een bepaald moment vocht de Schutztruppe, aldus de naam van de Duitse koloniale strijdmacht, in de Britse en Portugese kolonies. Pas einde november 1918 gaf hij zich over.

In Zuidwest-Afrika (thans Namibië) stonden 2000 Duitsers (waaronder een compagnie dromedarissen-cavalerie) tegenover 50.000 Britten en Zuid-Afrikanen. Deze laatsten hadden in oktober 1914 met een zware rebellie af te rekenen. Zowat een vierde van de gemobiliseerde Boeren weigerde tegen de Duitsers te vechten. Ze deserteerden of liepen naar de Duitsers over. Pas in juli 1915 kwam er een einde aan de ongelijke strijd.

In Kameroen beschikte de Schutztruppe over dertig Duitse officieren en onderofficieren en 1650 Askari-troepen. Wegens gebrek aan paarden verplaatsten de Duitsers zich op ossen. Een foto getuigt hiervan. Tegenover hen stond een overmacht aan Britse en Franse koloniale troepen. Toch konden de Duitsers het nog tot februari 1916 volhouden eer ze zich overgaven. De strijd in het kleine Togo duurde nauwelijks enkele weken. De kleine Duitse politiemacht aldaar was niet in staat om veel weerstand aan de geallieerden te bieden.

Het boek van Bas de Groot laat zich vlot lezen en drijft voor een aanzienlijk deel op verslagen, brieven en documenten van de Duitsers. Deze geven een goed beeld van de omstandigheden waarin diende gevochten en geleefd
te worden. Steeds weer was er een gebrek aan munitie, wapens, voedsel... Vooral de troepen van von Lettow-Vorbeck konden rekenen op de onvrijwillige mildheid van de Britten. Een minpunt is echter dat het boek, met tal van onbekende illustraties, voor een deel ontsierd wordt door nogal wat druk- en schrijffouten.

Bas de Groot, "De strijd om de Duitse Afrikaanse koloniën: Oost-Afrika, Zuidwest-Afrika, Kameroen, Togo: 1914-1918". Soesterberg, Aspekt, 2021. Ill., 451 blz. Gen., 29,95 €  ISBN 978-94-6424-077-1