In 1948 ontsnapte de West-Vlaamse Oostfronter Albert Folens (1922-2003) met zijn gezin naar Ierland. Daar bouwde hij een nieuw bestaan op als leraar en schrijver. Later werd hij een succesvolle uitgever van onder meer schoolboeken.
In 1958 publiceerde Folens voor Ierse lezers onder de titel Aiseiri Flondrais een beknopte geschiedenis van de Vlaamse Beweging. Het is wellicht het enige boek dat door een Vlaming oorspronkelijk in het Gaelic geschreven werd. Onlangs kon ik een exemplaar van het boekje op de kop tikken.
In het verleden verschenen van mijn hand al tientallen boeken en brochures over diverse figuren uit de geschiedenis van de Vlaamse Beweging en de collaboratie in Europa. De belangrijkste zijn o.a. Hendrik Jozef Elias, Reimond Tollenaere, Odiel Spruytte, Jeroom Leuridan, enz. Meer inlichtingen vindt u op mijn webstek. Met deze blog wil ik in de toekomst berichten over mijn nieuwe projecten en over de literatuur die ik daarbij doorneem.
zondag 22 december 2013
zondag 8 december 2013
Lezing in het ADVN
Op Sinterklaasdag hield ik vrijdagmiddag ll. een lezing over Leo Vindevogel in de leeszaal van het ADVN. Zo'n 35 aanwezigen volgden samen met mij het levenspad en het dramatische einde van de oorlogsburgemeester van Ronse. Nadien werden er heel wat vragen gesteld, en verkocht ik enkele exemplaren van de biografie.
Met dank aan Luc de Bast voor de foto.
Met dank aan Luc de Bast voor de foto.
dinsdag 3 december 2013
Amerikaanse soldaten en hun minachting voor de Fransen
Heel wat Amerikaanse soldaten en officieren beschouwden zich in de zomer van 1944 helemaal niet als bevrijders van het door de Duitsers bezette Frankrijk. Sterker, ze minachtten de Fransen die ze van het Duitse juk kwamen bevrijden. Al tijdens hun opleiding werd hun verteld dat Frankrijk in 1940 slechts minderwaardige en verwijfde soldaten telde, die het hazenpad kozen van zodra er een Duitse soldaat in het zicht kwam. De Franse mannen golden als 'oversexed'. De GI's kregen van hun oversten te horen dat Frankrijk bewoond werd door veertig miljoen hedonisten, die hun tijd doorbrachten met vreten, zuipen en het bedrijven van de liefde. De Amerikanen handelden er dan ook naar.
Voor generaal Charles de Gaulle, die de Vrije Fransen vertegenwoordigde, hadden Roosevelt, Eisenhower en Bradley niets dan minachting over. Pas op het laatste moment werd de Fransman op de hoogte van de invasieplannen gesteld. Tijdens de invasie (juni-juli) vielen er 20.000 burgerslachtoffers, hoofdzakelijk ten gevolge van de bombardementen en de hevige gevechten in Bretagne en Normandië (boccage-oorlog). Veel mededogen hadden de vaak arrogant optredende Amerikaanse soldaten niet. Doorgaans werden Duitse krijgsgevangenen beter behandeld dan de bevrijde Franse burgers. Ieder meisje en iedere vrouw beschouwden de GI's als een makkelijke jachtprooi. Wie niet spontaan op hun avances inging, werd zonder meer verkracht. Terwijl de US-soldaten regelmatig op geslachtsziekten onderzocht werden, gebeurde dat niet met de Franse vrouwen. Ook niet wanneer de burgerlijke autoriteiten hierom verzochten. Hoeren werden aan hun lot overgelaten. Op die wijze raakten heel wat prostitués met onder meer syfilis besmet. In bijvoorbeeld de havenstad Le Havre kwam het tot onhoudbare toestanden. De stad leek een groot bordeel. Moeders hielden hun dochters thuis en verboden ieder contact met soldaten. Amerikaanse officieren en dokters reageerden ongeïnteresseerd en afwijzend op de talloze klachten.
Een aantal verkrachtingszaken werd echter wel behandeld. Blanke US-soldaten werden doorgaans met rust gelaten. Van de amper 152 aangeklaagden, waren er 139 met een zwarte huidskleur - 25 van de 29 ter dood veroordelingen waren ten laste van zwarte soldaten. Het totaal aantal verkrachte Franse vrouwen wordt op minstens 14.000 geschat. Niet iedere vrouw durfde een klacht neerleggen. Ook waren er heel wat meisjes en vrouwen die zich maar al te graag vrijwillig in de armen van hun bevrijders wierpen. Daarbij dienen we uiteraard rekening te houden met het feit dat heel wat Amerikanen de Franse vrouwelijke bevolking met respect tegemoet traden. Ook waren heel veel US-soldaten gehuwd en bleven ze trouw aan hun vrouw in de States. Dat en nog veel meer lezen we in het boek van Marie Louise Roberts, What soldiers do: seks and the American GI in World War II France. Het verschijnen van het boek, eerder dit jaar, veroorzaakte in US-Amerika heel wat deining. Langzaam brokkelt het beeld van de idealistische, glimlachende, eerlijke, eten uitdelende en onberispelijke Amerikaanse soldaat af.
In eenzelfde lijn als het werk van Roberts ligt het zo-even verschenen boek van Charles Glass, The deserters: a hidden history of World War II. Zoals de titel aanduidt wordt in het boek ingegaan op de lotgevallen van de 150.000 deserteurs die de geallieerde legers telden. Alleen al in Londen vertoefden in december 1944 20.000 vaandelvluchtigen. De meeste kregen na de oorlog amnestie.
0
Voor generaal Charles de Gaulle, die de Vrije Fransen vertegenwoordigde, hadden Roosevelt, Eisenhower en Bradley niets dan minachting over. Pas op het laatste moment werd de Fransman op de hoogte van de invasieplannen gesteld. Tijdens de invasie (juni-juli) vielen er 20.000 burgerslachtoffers, hoofdzakelijk ten gevolge van de bombardementen en de hevige gevechten in Bretagne en Normandië (boccage-oorlog). Veel mededogen hadden de vaak arrogant optredende Amerikaanse soldaten niet. Doorgaans werden Duitse krijgsgevangenen beter behandeld dan de bevrijde Franse burgers. Ieder meisje en iedere vrouw beschouwden de GI's als een makkelijke jachtprooi. Wie niet spontaan op hun avances inging, werd zonder meer verkracht. Terwijl de US-soldaten regelmatig op geslachtsziekten onderzocht werden, gebeurde dat niet met de Franse vrouwen. Ook niet wanneer de burgerlijke autoriteiten hierom verzochten. Hoeren werden aan hun lot overgelaten. Op die wijze raakten heel wat prostitués met onder meer syfilis besmet. In bijvoorbeeld de havenstad Le Havre kwam het tot onhoudbare toestanden. De stad leek een groot bordeel. Moeders hielden hun dochters thuis en verboden ieder contact met soldaten. Amerikaanse officieren en dokters reageerden ongeïnteresseerd en afwijzend op de talloze klachten.
Een aantal verkrachtingszaken werd echter wel behandeld. Blanke US-soldaten werden doorgaans met rust gelaten. Van de amper 152 aangeklaagden, waren er 139 met een zwarte huidskleur - 25 van de 29 ter dood veroordelingen waren ten laste van zwarte soldaten. Het totaal aantal verkrachte Franse vrouwen wordt op minstens 14.000 geschat. Niet iedere vrouw durfde een klacht neerleggen. Ook waren er heel wat meisjes en vrouwen die zich maar al te graag vrijwillig in de armen van hun bevrijders wierpen. Daarbij dienen we uiteraard rekening te houden met het feit dat heel wat Amerikanen de Franse vrouwelijke bevolking met respect tegemoet traden. Ook waren heel veel US-soldaten gehuwd en bleven ze trouw aan hun vrouw in de States. Dat en nog veel meer lezen we in het boek van Marie Louise Roberts, What soldiers do: seks and the American GI in World War II France. Het verschijnen van het boek, eerder dit jaar, veroorzaakte in US-Amerika heel wat deining. Langzaam brokkelt het beeld van de idealistische, glimlachende, eerlijke, eten uitdelende en onberispelijke Amerikaanse soldaat af.
In eenzelfde lijn als het werk van Roberts ligt het zo-even verschenen boek van Charles Glass, The deserters: a hidden history of World War II. Zoals de titel aanduidt wordt in het boek ingegaan op de lotgevallen van de 150.000 deserteurs die de geallieerde legers telden. Alleen al in Londen vertoefden in december 1944 20.000 vaandelvluchtigen. De meeste kregen na de oorlog amnestie.
0
maandag 2 december 2013
Drukkerij Lowyck
Vanmorgen bracht ik een eerste bezoek aan drukkerij Lowyck in Oostende. Ann en ik maakten er kennis met de staf en we kregen een rondleiding door de drukkerij. Ze beschikken er over een indrukwekkend machinepark. Voor mij breekt thans een nieuwe periode aan. Voortaan zullen de mensen van Lowyck mijn boeken verzorgen en drukken.
Gedurende twintig jaar liet ik voorheen mijn boeken drukken bij Groeninghe in Kortrijk.
Gedurende twintig jaar liet ik voorheen mijn boeken drukken bij Groeninghe in Kortrijk.