Vanavond keek ik op ZDF naar de schitterende reportage Die Jahrhundertfälschung, de wel grootste mediasensatie van de 20ste eeuw. De onderhandelingen en de aankoop van de vermeende dagboeken van Adolf Hitler verliepen via Stern-redacteur Gerd Heinemann. In totaal was hiermee een bedrag van 9,34 miljoen Duitse mark gemoeid. Een Duitse mark is ongeveer een halve euro. Volgens de Stern-directie was Heinemann de meest geschikte man om te onderhandelen. Hij gold als een kenner van het Derde Rijk en had een relatie met de dochter van Hermann Göring. De directie en Heinemann leefden een tijdlang in de wolken. Stel je voor zij hadden de dagboeken van wijlen de Führer in handen. Hitler een man zoals u en ik. Een groot deel van de geschiedenis van het Derde Rijk zou moeten herschreven worden. Onvoorstelbaar en wat een geld zouden de rechten op de dagboeken en de vertalingen ervan opbrengen? De directie van het magazine Stern hoorde al de kassa vrolijk rinkelen. Het moet gezegd worden dat meestervervalser Kujau een geslepen vakman was. Als geen ander kon hij Hitlers moeilijke handschrift nabootsen. Menig grafoloog liep in zijn val.
Groot was evenwel de consternatie toen kort na de persconferentie van 25 april 1983 in Hamburg de meer dan twintig boekbanden als een vervalsing onthuld werden. Op de persconferentie zelf was het de Britse historicus David Irving die het lont in het kruidvat gestoken had. In opdracht van Bildzeitung had hij een kritisch onderzoek ingesteld. Hij uitte luidop zijn twijfels. De directie noch Heinemann hadden eraan gedacht om het papier in een laboratorium te laten onderzoeken. Met alle gevolgen vandien. Koppen rolden. Reputaties vielen aan diggelen en Stern zag zijn oplage naar een catastrofaal dieptepunt zakken. Tegenwoordig berusten de vervalsingen in een kluis van het redactiehuis, en zijn voor niemand toegankelijk. Zowel Heinemann, Kujau, Irving en vele andere betrokkenen kwamen in de uitzending aan bod.