Nu het werk aan hoofdstuk XVII van de steeds maar groeiende Leo Vindevogel-biografie achter de rug ligt, gun ik me een weekje rust. Volgende week lees ik het nieuwe boek van Anne Applebaum over de inlijving tussen 1944 en 1956 van de door het Rode Leger veroverde Oost-Europese landen bij het Sovjet-imperium van Stalin. Van mijn lectuurbevindingen maak ik dan een recensie voor een Antwerps blad.
Hoofdstuk XVII handelt over het schertsproces van Vindevogel voor het krijgshof en de pogingen die ondernomen werden om genade voor hem te krijgen. Alles faalde. Vindevogel moest en zou gefusilleerd worden. Zo wilde het nu eenmaal een bepaalde politieke kliek in Ronse en in Brussel.