Vandaag deden we een kleine uitstap naar de Westhoek; dat in het kader van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog.
In Passendale bezochten we bij helder weer de Britse begraafplaats Tyn Cot. Vanop de heuvelrug hadden we een weids uitzicht over de streek rond Ieper. Van daaruit trokken Britten, Canadezen en Nieuw-Zeelanders in de zomer van 1917 ten aanval tegen de Duitse troepen die de heuvelkam beheersten. Zij moeten al van ver de Britse, elkaar opeenvolgende, infanteriegolven hebben zien aankomen. Bovendien was het een barslechte zomer. Duizenden aanvallers bleven steken in de modder en werden door de Duitsers als eendjes op een kermis afgeschoten. Honderden anderen verdronken dan weer in de modderpoelen. Een van de vele slachtingen van deze onzinnige oorlog.
In Mesen brachten we een kort bezoekje aan het nieuwe mooie monument dat het kerstbestand van 1914 symboliseert (zie bijgaande foto). Tot slot bezochten we in Poperinge het Talbot House. Dat viel een beetje tegen omdat de lift defect was en Ann in haar rolstoel niet mee kon naar boven. Als compensatie kreeg ze in de tuin gratis een kop koffie geserveerd.