Gisteren in de late middag en vroege avond woonde ik de openbare doctoraatsverdediging bij van Jan Verstraete (geen familie!) over advocaat, flamingant en rechtsfilosoof René Victor. Het geheel duurde ietsjes meer dan twee uur en daarna volgde een verkwikkende receptie. Plaats van gebeuren was de aula van de Universiteit Gent in de Volderstraat. In de jury zetelden onder meer Jos Monballyu, Marcel Storme, Laurens Winkel en Bruno de Wever.
De promovendus, een kloeke zeventiger, verdedigde zijn proefschrift met verve. Terecht wees hij er op dat tot op heden de historiografie van de Vlaamse Beweging zo goed als geen aandacht aan René Victor besteedde. Zelfs in de recent uitgebrachte dikke biografie van Frans van Cauwelaert door Lode Wils wordt zijn naam niet vermeld. Toch had Victor een ruim aandeel in de vernederlandsing van het rechtswezen. Tijdens de repressiejaren behartigde hij zo'n 1500 strafdossiers. Victor was een hardwerkende studax die zichzelf maar weinig rust gunde. Mijn naamgenoot noemde hem terecht de "voedstervader van het Vlaamse rechtsleven".
Na een korte beraadslaging kende de jury meester Jan Verstraete met eenparigheid van stemmen hem de titel van doctor in de rechten toe. Nu maar hopen dat het proefschrift binnen afzienbare tijd tot een stevige biografie in boekvorm omgewerkt wordt. Voor mij was het alleszins een boeiende belevenis.
In het verleden verschenen van mijn hand al tientallen boeken en brochures over diverse figuren uit de geschiedenis van de Vlaamse Beweging en de collaboratie in Europa. De belangrijkste zijn o.a. Hendrik Jozef Elias, Reimond Tollenaere, Odiel Spruytte, Jeroom Leuridan, enz. Meer inlichtingen vindt u op mijn webstek. Met deze blog wil ik in de toekomst berichten over mijn nieuwe projecten en over de literatuur die ik daarbij doorneem.
donderdag 22 juni 2017
zondag 4 juni 2017
Geallieerde bevrijders plunderden Nederland
De bevrijding van delen van Nederland in het najaar van 1944 ging gepaard met de nodige plunderingen en moedwillige vernielingen gepleegd door vooral Amerikaanse, en voor een minder deel door Britse en Canadese troepen. Tot nu toe werd hierover nauwelijks of niet bericht. Dankzij een eigen onderzoek van een redacteur van het dagblad Trouw kwam thans een en ander aan het licht.
In het Nationaal Archief in Den Haag werden mappen gevonden met daarin tientallen brieven van burgers die, de een woedend van toon en de ander vol ongeloof, melding maakten dat ze na de feestelijkheden van de bevrijding hun huis leeggeroofd, bevuild en zelfs gesloopt terugvonden. Gemakshalve schoof het ministerie van Defensie de plunderingen in de schoenen van de Duitsers. "Maar hoe kan dat nou, de Duitsers waren er niet meer en bij hun vertrek was mijn huis nog ongeschonden". Later besteedden lokale historische verenigingen er mondjesmaat en in bedekte termen aandacht aan. Een systematisch onderzoek bleef tot op heden echter achterwege. Loe de Jong schreef er in zijn omvangrijke werk over de Tweede Wereldoorlog amper een enkele pagina over.
De plunderingen en vernielingen begonnen in de buurt van Venlo na de mislukking van operatie Market Garden (een ultieme poging om in een handomdraai de bruggen tot en met Arnhem in handen te krijgen). Enkele voorbeelden. In Venlo namen de Amerikanen de stalen archiefkasten uit het gemeentehuis mee. Hierbij werd de inhoud op straat gegooid en ging zo de hele gemeentelijke administratie verloren. Her en der werden door geallieerde militairen huizen leeggeroofd en vernield; "Meubels werden stukgeslagen, alle kasten opengebroken en de inhoud verspreid, bevuild, deuren en ramen opengelaten, zodat alles bloot staat aan de elementen".
Militairen hielden oefeningen in ongeschonden woningen nadat de bewoners verjaagd werden. In het gehucht Eimeren werden vijf boerderijen met grote voorraden veevoeder en tarwe gewoon voor het plezier van een troep militairen met vlammenwerpers in brand geschoten. Voordien waren de bewoners en hun dieren weggejaagd. Her en der werden brandkasten met dynamiet opgeblazen en de inhoud meegenomen.
Deze schanddaden hielden pas op toen in maart 1945 de geallieerden hun opmars over de Rijn konden verderzetten. De Nederlandse overheid stond hier machteloos tegenover en bad: "Heer bevrijdt ons van onze bevrijders".
In het Nationaal Archief in Den Haag werden mappen gevonden met daarin tientallen brieven van burgers die, de een woedend van toon en de ander vol ongeloof, melding maakten dat ze na de feestelijkheden van de bevrijding hun huis leeggeroofd, bevuild en zelfs gesloopt terugvonden. Gemakshalve schoof het ministerie van Defensie de plunderingen in de schoenen van de Duitsers. "Maar hoe kan dat nou, de Duitsers waren er niet meer en bij hun vertrek was mijn huis nog ongeschonden". Later besteedden lokale historische verenigingen er mondjesmaat en in bedekte termen aandacht aan. Een systematisch onderzoek bleef tot op heden echter achterwege. Loe de Jong schreef er in zijn omvangrijke werk over de Tweede Wereldoorlog amper een enkele pagina over.
De plunderingen en vernielingen begonnen in de buurt van Venlo na de mislukking van operatie Market Garden (een ultieme poging om in een handomdraai de bruggen tot en met Arnhem in handen te krijgen). Enkele voorbeelden. In Venlo namen de Amerikanen de stalen archiefkasten uit het gemeentehuis mee. Hierbij werd de inhoud op straat gegooid en ging zo de hele gemeentelijke administratie verloren. Her en der werden door geallieerde militairen huizen leeggeroofd en vernield; "Meubels werden stukgeslagen, alle kasten opengebroken en de inhoud verspreid, bevuild, deuren en ramen opengelaten, zodat alles bloot staat aan de elementen".
Militairen hielden oefeningen in ongeschonden woningen nadat de bewoners verjaagd werden. In het gehucht Eimeren werden vijf boerderijen met grote voorraden veevoeder en tarwe gewoon voor het plezier van een troep militairen met vlammenwerpers in brand geschoten. Voordien waren de bewoners en hun dieren weggejaagd. Her en der werden brandkasten met dynamiet opgeblazen en de inhoud meegenomen.
Deze schanddaden hielden pas op toen in maart 1945 de geallieerden hun opmars over de Rijn konden verderzetten. De Nederlandse overheid stond hier machteloos tegenover en bad: "Heer bevrijdt ons van onze bevrijders".