Door het verdrag van Trianon van juni 1920 werd de Donaumonarchie ontbonden en werd Hongarije tot zowat de helft van zijn grondgebied herleid. De rompstaat was nauwelijks nog leefbaar en werd door vijanden omringd. In sommige nieuwe grensstreken vormden Hongaren de meerderheid maar toch werd het aan een nieuwe staat toegewezen. Dat veroorzaakte uiteraard de nodige wrevel. Menigeen zag hierin een smerige streek van de Fransen die in het verdrag de hoofdtoon hadden gevoerd. Niet te verwonderen dat tal van Hongaren wraak tegen dit verdrag koesterden. Zo ook de oorlogsheld en enige admiraal van de voormalige Habsburgse oorlogsvloot Miklos Horthy.
In zijn aantrekkelijk uitgegeven boekje beschrijft uitgever-historicus Perry Pierik het levensverhaal van Horthy, gekoppeld aan de geschiedenis van Hongarije tijdens het interbellum. Hij doet dat met veel verve en met oog voor het detail. In november 1918 kwam Horthy terecht in een land dat vervallen was tot anarchie en chaos. Hongarije verkeerde in een ontredderde toestand en in maart 1919 pleegde de communist Bela Kun, met steun van Lenin, een staatsgreep. Gedurende drie maanden heerste in het land een rode terreur. Daarop werd Horthy gevraagd om het communistische bewind te breken. Met een nationaal leger bestaande uit betrouwbare eenheden en met Roemeense regimenten werd het regime van Bela Kun verslagen en het land uitgejaagd. Daarna volgde een moeizaam herstel. Antisemieten beschuldigden er, niet ten onrechte, de joodse minderheid van om hand- en spandiensten aan Bela Kun verleend te hebben. De weggejaagde keizer Karl I (koning Karel IV in Hongarije) poogde in het begin van de jaren 1920 tot twee maal toe zijn troon terug in bezit te nemen. Regent Horthy verzette hemel en aarde om hem diets te maken dat zoiets onmogelijk was. De geallieerden en een aanzienlijk deel van de Hongaren zouden hier nooit mee instemmen.Vervolgens leidt schrijver Pierik ons de Tweede Wereldoorlog in. Dat Hongarije aan Duitse zijde tegen de Sovjet-Russen streed, was tegen de zin in van Horthy. Deze had zijn land het liefst buiten de oorlog gehouden maar moest buigen voor zijn generaals. In oktober 1944 wilde hij zijn land overgeven aan de oprukkende Sovjets maar de Duitsers verhinderden dat. Horthy werd opgesloten en de fascistische Pijlkruisers van Ferenc Szalasi namen met Duitse bescherming het land over. Daarop werd de hoofdstad door het Rode Leger ingesloten en volgde er een maandenlange beleg.
Na de oorlog viel Horthy in Amerikaanse handen en sleet hij zijn laatste jaren -hij overleed in 1957- in ballingschap in Portugal. Pas in 1993, na de implosie van het communisme, konden zijn stoffelijke restanten naar Hongarije overgebracht worden. Op het einde van zijn boekje vergelijkt Pierik Horthy, als dader en slachtoffer van de geschiedenis, met Viktor Orban. Deze vergelijking valt flink in het nadeel van de eerste uit.
Perry Pierik, "Horthy en de strijd om de Hongaarse natiestaat". Soesterberg, Aspekt, 2021. Ill., 123 blz. Gen., 16,95 blz. ISBN 978-94-6424-057-3