Zopas verscheen het eerste nummer van de jaargang 2024 van het tijdschrift
Wetenschappelijke Tijdingen. Het nummer is geheel gewijd aan leven en werk van de gewezen Leuvense hoogleraar Lode Wils die 95 jaar geworden is. We mogen gerust gewag maken van een "Huldeschrift Wils 95". Het speciale nummer telt immers meer dan 200 bladzijden en is verzorgd uitgebracht met tal van illustraties.
Zoals dat hoort in een feestnummer wordt de gehuldigde, hier Lode Wils, met veel toeters en bellen toegejuicht. Hoofdredacteur Bruno de Wever noemt hem zelfs de "zonder enige twijfel belangrijkste en meest invloedrijke historicus over de geschiedenis van de Vlaamse Beweging". In hun bijdragen bevestigen acolieten als Louis Vos, Lieve Gevers, Antoon Vrints en anderen dat beeld. Nu op zijn minst vind ik dat historici als Hendrik Jozef Elias en Karel van Isacker evenveel lof verdienen. Andere artikels zijn onder meer van de hand van Nico van Campenhout, Jos Verdoodt, Luc Vandeweyer en Chantal Kesteloot, die er zelfs in slaagt een Franstalig artikel in het Tijdschrift over de Geschiedenis van de Vlaamse Beweging gepubliceerd te krijgen. Niet voor niets pleit medewerker Vrints voor een betere kennis van de tweede landstaal "om de 'bondstrouw' in België te herwaarderen". Iedereen zijn gedacht, zullen we maar zeggen.
Zelf had ik diverse ontmoetingen met Lode Wils en eenmaal heb ik hem uitvoerig geïnterviewd (Tekos, 1995, nr.76, p. 21-28). Ik leerde hem kennen als een fair man die voor eenieder tijd vrij maakte om over boeken en geschiedenis te spreken. Zijn meningen stak hij nooit onder stoelen of banken. Zo hoor ik hem nog zeggen, als slot van een van zijn toespraken in een aula in Leuven: "Als ooit Bart de Wever aan de macht komt dan krijgen we hier Joegoslavische toestanden" (vrij geciteerd).
Als je met Wils sprak over Vlaams-nationalisme of afvallige katholieken dat wist je bij voorbaat, dat je niet op zijn goedkeuring hoefde te rekenen. Enkel België en de katholieke partij vonden in zijn ogen genade. Dat mocht ik ondervinden toen ik mijn biografieën over Hendrik Jozef Elias en Leo Vindevogel, respectievelijk in 2005 en 2013 publiceerde. Ze werden door professor Wils uitvoerig in WT besproken. Ik mocht rekenen op zijn waardering voor het vele werk maar beide boeken vonden geen genade in zijn ogen. Ik schreef/schrijf nu eenmaal over figuren die in zijn visie geen plaats kregen. Wat niet wegneemt dat ik steeds met veel interesse zijn boeken en artikels las, al viel hij de laatste tijd nogal eens in herhaling. Iedere ontmoeting met hem was een festijn voor de geest met al of niet een sarcastisch intermezzo.
Het feestnummer bevat uiteraard ook heel wat lezenswaardige passages die de huidige tijdsgeest zullen overleven, en stof zullen bieden voor zijn latere biografie.