Plaats van gebeuren was het dorp Hostau in het toenmalige Sudetenland (thans Hostoun in Tsjechiƫ). Door de opmars van het Rode Leder dreigden de sierlijke witte paarden in handen te vallen van de Sovjet-Russen, wat het einde zou betekend hebben voor de Spaanse ruiterijschool van Wenen. De Duitsers namen toen contact op met de vanuit het westen oprukkende Amerikanen om de dieren in veiligheid te brengen. Generaal Patton, die een zwak had voor paarden, ging onmiddellijk akkoord. Zo gebeurde het dat tijdens de laatste dagen van de oorlog de zogenaamde operatie Cowboy tot een succes uitgroeide.
Amerikaanse en Duitse soldaten, gesteund door anticommunistische kozakken die als 'cowboys' optraden, brachten de waardevolle paarden in veiligheid. Enkel werden ze gehinderd door twee aanvallen van de Waffen-SS maar zonder veel erg. Er vielen een paar doden maar geen enkel paard ging tijdens deze gevechten verloren. Toen er ook nog enkele Sovjet-tanks van het type T-34 aan de horizon verschenen, staakten de SS'ers het gevecht en brachten zichzelf in veiligheid.
Ook tijdens de 'slag' om het kasteel van Itter in Oostenrijk vochten Amerikanen en eenheden van de Wehrmacht samen tegen de Waffen-SS. Maar dat is weer een ander verhaal.