vrijdag 28 juli 2023

Timoer Lenk en Unternehmen Barbarossa

 Timoer Lenk (1336-1405) werd geboren in het huidige Oezbekistan en veroverde een groot deel van Centraal-Azië. In zijn leven ging geen jaar voorbij zonder veldtocht. Nooit verloor de gehandicapte Timoer Lenk -Lenk betekent kreupel- een veldslag. Achtereenvolgens onderwierp hij Perzië, Mesopotamië en India. Verdere veldtochten brachten hem tot Astrachan, Ankara en Damascus. Zijn veroveringstochten gingen gepaard met wreedheden en slachtingen op grote schaal.

Na zijn dood werd hij bijgezet in een enorm mausoleum in Samarkand in Oezbekistan. Timoer was ook een gedreven bouwheer. Toen de Russische archeoloog Michail Gerasimov in juni 1941 zijn tombe wilde openen, stond er op de sarcofaag te lezen: "Degenen die mijn tombe opent zal een nog verschrikkelijkere veroveraar ontketenen dan ik". Gerasimov en zijn medewerkers ontdekten een skelet waarvan de verwondingen overeenkwamen met de wonden waaraan Timoer Lenk zou zijn bezweken. Op basis van de schedel maakte Gerasimov een gelaatsreconstructie.

Twee dagen na de opening van de graftombe vond de grootste landoperatie aller tijden plaats: Unternehmen Barbarossa of de grootscheepse Duitse invasie (met bondgenoten) van de Sovjet-Unie, die miljoenen slachtoffers zou eisen. De zogenaamde Vloek van Timoer Lenk, waarvoor bewoners Gerasimov gewaarschuwd hadden, werd bewaarheid.

zaterdag 15 juli 2023

Unternehmen Zitadelle. Het laatste Duitse offensief aan het Oostfront

Na de zware Duitse nederlagen van Stalingrad en in Tunesië besloot Hitler, samen met zijn generale staf, in 1943 geen grote offensieve operaties meer te ondernemen. De Duitse legers aan het Oostfront dienden zich te beperken tot een strategische defensie. De Führer en opperbevelhebber wilde zich beperken tot een enkele operatieve onderneming: het liquideren van de Sovjet-uitstulping in de Duitse frontlinie nabij Koersk, Kursk in het Duits (zie kaartje). Het offensief, thans tachtig jaar geleden, zou plaatsvinden onder de codenaam 'Zitadelle', 'Citadel'. Door het opdoeken van deze 'boog' zou het Duitse front met 240 km ingekort kunnen worden. Dat wist STAVKA, het Sovjet-Russische opperbevel, echter ook.

De Sovjet-generaals hadden de uitstulping volgestouwd met diverse gepantserde legers en elite-eenheden, verspreid over diverse verdedigingslinies. Waar er geen troepen lagen, waren er enorme mijnenvelden aangelegd. De Duitsers hadden de nodige voorzorgmaatregelen getroffen. Eerst hadden ze de aanvalsdata voor hun vier beschikbare legers, waaronder enkele elitepantserdivisies van de Waffen-SS, verschoven van 3 mei naar uiteindelijk 5 juli. Niet alleen werden de weersomstandigheden als excuus aangevoerd maar Hitler wilde absoluut de nieuwe Panzer V en VI in de strijd gooien. Panzer VI stond beter bekend onder zijn naam Tiger; een enorme kolos van 56 ton en voorzien van het befaamde 8,8 cm kanon. Hij ontwikkelde zich tot de beste pantser van de hele Tweede Wereldoorlog. Geen enkele Russische tank, ook de T-34 niet, was tegen hem opgewassen. Voor Zitadelle stonden er 133 ter beschikking. Maar zoals dat steeds het geval was bij de Duitsers werden er te weinig van geproduceerd. Per maand konden de Duitsers in 1943 niet meer dan 400 pantsers produceren; de Sovjets daarentegen haalden een maandproductie van 1500 tanks. Hierbij zijn de enorme Amerikaanse leveringen niet meegerekend. Slechts op het einde van juni werden de 200 spiksplinternieuwe Panzer V Panther geleverd. Maar zij waren niet ingewerkt en leden nog onder allerlei kinderziektes. De meeste Panthers raakten technisch defect nog vooraleer ze het slagveld bereikten. Slechts na verloop van tijd ontwikkelde de Panther zich tot een ideale middelzware gevechtspantser die zonder enig probleem de Sherman en de T-34 te lijf kon.


Op 5 juli ging Unternehmen Zitadelle in de hete Russische zomer van start. De Duitsers beschikten voor hun offensief over 780.000 soldaten, 2500 pantsers en 1400 vliegtuigen. De Sovjet-verdedigers over 1,9 miljoen soldaten, 5000 tanks en 3600 vliegtuigen. Een Duitse officier getuigde: "het was een aanval tegen een lawine. Nergens waren we in de meerderheid". Vanuit het zuiden (Belgorod) waar de Duitsers hun beste Panzer- en Waffen-SS-divisies gelegerd hadden, vlotte de aanval. Maar vanuit het noorden (Orel) ging het moeilijker. Daar lanceerde het Rode Leger haast onmiddellijk een tegenaanval. Toch maakte het Duitse leger langzaam maar zeker vorderingen. Ten koste van veel verliezen ruimden de Duitse regimenten hindernis na hindernis op. Na zeven dagen onafgebroken strijd hadden ze haast het hinterland bereikt en lag Koersk voor het grijpen. De noordelijke en de zuidelijke legers konden elkaar haast de hand reiken. Ook hadden de Duitsers de grootschalige pantserslag van Prochorowka gewonnen. Nog steeds beweren westerse historici, die zich op achterhaalde Sovjet-bronnen steunen, dat het omgekeerde het geval was. Op 13 juli dicteerde Hitler echter plots dat de strijd afgebroken diende te worden.

Wat was er gebeurd? Op 10 juli, te midden van het offensief, waren Amerikanen en Britten op Sicilië geland waardoor een aantal Duitse divisies, ook van het Oostfront, naar Italië dienden verplaatst te worden. Een dergelijke operatie vergde tijd. De hoofdreden was echter dat de Sovjets ten noorden van Orel en ten zuiden van Belgorod (regio Charkov) op hun beurt in het offensief waren gegaan. Hierdoor diende de Wehrmacht Zitadelle-divisies aan het front te onttrekken en naar de bedreigde frontgebieden te sturen. In 1943 beschikte het Duitse leger niet meer over voldoende reserves, waardoor de strijd afgebroken diende te worden.

Tactisch hadden de Duitsers Unternehmen Zitadelle gewonnen maar strategisch had het Rode Leger de slag gewonnen. De Duitsers dienden achtereenvolgens de steden Orel, Belgorod en Charkov te ontruimen. De verliezen waren vooral aan Sovjet-zijde enorm. In totaal verloren ze die zomer 1,1 à 1,6 miljoen soldaten en 7000 tanks; de Duitsers verloren 170.000 à 200.000 manschappen, waarvan 50.000 doden en vermisten, en 1200 pantsers en stormkanonnen (Sturmgeschütze). In tegenstelling tot de Sovjet-Russen konden de Duitsers deze verliezen niet meer compenseren. Zelfs al hadden de Duitsers deze veldslag ook strategisch gewonnen, de oorlog zelf konden ze toen niet meer winnen. 

dinsdag 11 juli 2023

Laatste Nederlandse oud-NSB'er Jacob Luitjens overleden.

Op 103-jarige leeftijd overleed op 14 december vorig jaar Jacob Luitjens. Oom Jaap, zoals hij bekend stond, was het enige lid van de Nationaal Socialistische Beweging van Anton Mussert die nog in leven was. Thans zijn er geen ooggetuigen van deze beweging meer in leven. Het levenspad van Jacob Luitjens was tumultueus te noemen.

Hij was een overtuigd NSB-man en nationaalsocialist. Tijdens de Duitse bezetting meldde hij zich als Oostfrontvrijwilliger bij de Waffen-SS. Hij werd afgekeurd omwille van een onvolgroeide arm. Jaap, Jacob sloot zich dan aan bij de Landwacht, de gewapende tak van de NSB. Deze Landwachters waren nu niet bepaald brave koorknapen, die oude vrouwtjes de straat hielpen oversteken. Het waren doorgaans ruwe kerels met jachtgeweren die voornamelijk ingezet werden bij de bewaking van gebouwen, het controleren van tassen -steeds tuk op het in beslag nemen van goederen-, het nagaan van persoonsbewijzen en het uitvoeren van arrestaties, huiszoekingen en lijfonderzoeken. In het noorden van Nederland kwam Luitjens bekend te staan als een wrede Landwachter. Hij spoorde nogal wat onderduikers, deserteurs en verzetslui op, en stuurde mensen naar een villa in Drenthe, waar ze ondervraagd en gefolterd werden indien ze "niet wilden meewerken". Ook was Oom Jaap betrokken bij twee moorden, wat achteraf niet waar bleek te zijn.

Na de oorlog gaf hij zichzelf aan en werd opgesloten in het kamp van Westerbork, waar tijdens de bezetting joden werden ondergebracht. In 1946 ontsnapte Luitjens samen met zijn zwager naar Duitsland. Onder valse Duitse namen verdwenen ze naar Paraguay dat toen als zeer Duitsvriendelijk (lees nazivriendelijk) bekend stond. Daar sloot Ome Jaap zich aan bij een Duitse mennonietenkolonie: gesloten, Duitstalige gemeenschappen van doopsgezinden, die meestal gevlucht waren uit de Sovjet-Unie. Hij leerde er een jonge Duitse vrouw, Olga kennen en huwde met haar.

In 1961 emigreerde Jacob Luitjens met zijn gezin naar Canada, waar hij plantkunde doceerde aan de Universiteit van Brits-Columbia. Begin jaren 1980 werd hij door de Friese journalist, Jack Kooistra of de Friese Simon Wiesenthal opgespoord. Na de oorlog was Luitjens in Nederland tot levenslang veroordeeld. Vooralsnog weigerde Canada hem uit te leveren. Pas in 1991 verloor hij zijn Canadese nationaliteit toen bleek dat hij gelogen had bij het verwerven ervan. Hij had namelijk leugens verteld over zijn verleden. Eind 1992 werd hij naar Nederland uitgewezen, waar de media in rep en roer stonden. Zijn familie had tot dan als een graf over hem gezwegen. De hele familie was namelijk tijdens de bezetting NSB-gezind geweest, en dat wilde ze maar al te graag doen vergeten. De teruggekeerde Ome Jaap was een diepgelovig man met een zwaar Duits accent en ouderwetse dictie, die wilde praten over Hannah Arendt, en beweerde nooit iemand gedood te hebben.

Jacob Luitjens bracht uiteindelijk twee jaar en vier maanden door in de gevangenis van Groningen. In 1995 kwam hij op 75-jarige leeftijd vrij. Olga -zij overleed in november 2022- woonde toen ook een tijdlang in Nederland en zijn kinderen kwamen regelmatig op bezoek. Als statenloos man -Nederland weigerde hem een uitreisvisum te bezorgen- woonde hij in het Friese Lemmer waar zijn familie voor hem zorgde. 

Historicus David Barnouw van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie noemde Jacob Luitjens een symbool waarop het Nederlandse oorlogsverleden werd geprojecteerd. Daarmee werd Oom Jaap niet alleen verantwoordelijk gehouden voor zaken die hij niet gedaan heeft, maar in zekere zin ook voor al het slechts uit de oorlog. Zo werden de misdrijven van de "beruchte oorlogsmisdadiger Jacob Luitjens", naarmate de tijd vorderde, alsmaar groter. Zijn bijnaam als de "Schrik van Roden" ontstond pas decennia na het einde van de oorlog.

Met dank aan P.W.; De Groene Amsterdammer, 1 juni 2023.