dinsdag 23 juni 2020

De mythe Lode Wils

De hoogbejaarde maar nog steeds vinnige professor Lode Wils heeft weer eens van zich laten horen. Naar aanleiding van een 'nieuw' boek Op zoek naar een natie: het ontstaan van Vlaanderen binnen België gaf hij een interview aan Walter Pauli (Knack, 17 juni 2020). Het boek is vooral een compilatie van eerder verschenen werk met hier en daar een aanvulling. Maar dit stukje is alvast niet bedoeld als een recensie.
Eerst: met Lode Wils kon ik al menig aangenaam gesprek voeren. Maar als er over het Vlaams-nationalisme gesproken wordt dan steigert hij, en staat ie op zijn gelijk. Voor hem is het Vlaams-nationalisme een etterbuil dat zo vlug mogelijk weggesneden dient te worden. Daar valt volgens hem niets goeds van te verwachten. In een andere publicatie schreef hij ooit dat wanneer de Vlaams-nationalisten aan de macht zouden komen, we hier Joegoslavische toestanden zouden kennen. Nu tot zover deze door Lode Wils gecreëerde mythe.
In het interview met journalist Pauli verwijst Wils ook naar mijn biografie over Leo Vindevogel. Ik heb het daar inderdaad over een "gerechtelijke moord" en een 'showproces'. Maar dat was het ook. De oorlogsburgemeester van Ronse stond er voor een jacobijnse volksrechtbank dat maar een straf kende: de doodstraf. Heeft de gewezen Leuvense professor ooit het door Jan Verroken uitgebrachte stenografisch verslag van dat proces gelezen? Las hij ooit de vele artikelen van wijlen journalist Louis de Lentdecker over het proces Vindevogel? Ik neem aan van niet. Anders zou hij niet beweren dat Vindevogel de doodstraf kreeg omdat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog soldaten ronselde. Neen, daarvoor kreeg hij niet de doodstraf.
De communistische weerstand van Ronse en omgeving eiste zijn kop, en de toenmalige katholieke partij, de CVP, met mannen als Gaston Eyskens en Frans van Cauwelaert -de 'lieveling' van Wils- lieten Vindevogel als een baksteen vallen. Hij werd letterlijk opgeofferd om de rust in de regio te doen weerkeren. De uit Buchenwald teruggekeerde socialistische vooroorlogse burgemeester van Ronse, Eugène Soudan bewoog hemel en aarde om het vel van Vindevogel te redden. Tevergeefs. De CVP toonde geen interesse. Alle details met bronvermelding staan in mijn biografie vermeld. Ook de jurist en professor Hendrik Vuye, die de biografie in september 2013 in Ronse voorstelde, bevestigde de thesis dat Vindevogel gerechtelijk vermoord werd.
De voormalige ACW-man, die Wils ooit was, wil maar niet toegeven dat Vindevogel door zijn partij onheus behandeld werd.
Kortom. Lode Wils die er nog steeds prat op gaat dat hij een lange reeks Vlaams-nationale mythes bestreden heeft, creëert graag zijn eigen mythes; als hij het niet eens is met bepaalde feiten die indruisen tegen zijn katholiek belgicisme, dan is hij de spreekwoordelijke struisvogel die zijn kop in het zand steekt.

maandag 15 juni 2020

Jozef Tiso

Door omstandigheden -mijn pc diende een onderhoudsbeurt te krijgen en de daarmee gepaard gaande moeilijkheden bij de heropstart- kon ik mijn blog niet verzorgen. Hopelijk zijn deze thans van de baan. Intussen heb ik niet stilgezeten. Naast enkele recensies schreef ik een uitgebreid biografisch opstel over monseigneur Jozef Tiso, de eerste president van Slowakije (1939-1945). De bijdrage zal in het najaar verschijnen bij uitgeverij Aspekt, in een bundel met als voorlopige titel "Kleine potentaten in het interbellum". Zo zullen ook de leiders van de Baltische staten, Oostenrijk, Finland, Joegoslavië, Albanië... aan bod komen. Figuren die tot op heden nog maar weinig aan bod kwamen.
Deze week begin ik aan mijn brochure over de naoorlogse Oostfrontersverenigingen in Vlaanderen te werken. Het zal het laatste deeltje zijn dat in de Altringer-reeks zal verschijnen.

woensdag 27 mei 2020

Abbeville 1940 - 2020

In het laatste nummer van het Duitse conservatieve weekblad Junge Freiheit (nummer van 15 mei 2020) staat er een artikel over het lot van de groep van Joris van Severen en gezellen, die naar Abbeville gedeporteerd werden. Op 20 mei 1940, thans tachtig jaar geleden, werden 21 mensen van deze groep op 'grauenhafter' wijze vermoord, onder wie ook Joris van Severen en zijn vertrouwensman Jan Ryckoort.
Het artikel van de hand van Hans-Jürgen Wünschel bevat een neutrale beschrijving van de lijdensweg van deze groep Europeanen (21 Belgen, 18 joden, 14 Duitsers, 6 Nederlanders, 3 Luxemburgers, 9 Italianen, 1 Fransman, 2 Zwitsers, 1 Spanjaard, 1 Deen, 1 Oostenrijker, 1 Tsjech en ook 1 Canadees), en de vervolging van hun moordenaars.
Het waren eenheden van de 57ste Duitse infanteriedivisie onder Generalleutnant Oskar Blümm die de slachtoffers aan de kiosk van Abbeville vonden.

maandag 18 mei 2020

Vlaamse DRK-zusters in de belangstelling

Met vertraging ontving ik het laatste nummer van het non-conformistische tijdschrift The Axis Forces van februari 2020. Het Engelstalige tijdschrift (drie of vier nummers per jaar) verschijnt sinds 2017 en is volledig aan de As-strijdkrachten en hun bondgenoten gewijd.
Het laatste nummer (nr. 13) bevat onder meer een artikel van ruim twintig pagina's, volledig gewijd aan de vrijwilligsters die dienst deden bij het Deutsches Rotes Kreuz (DRK) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het artikel van de hand van Andrei Samcevich wijdt vooral aandacht aan de Noorse, Nederlandse en Vlaamse meisjes die zich als vrijwilligster opgaven. Ik las onder meer dat de Vlaamse meisjes en jonge vrouwen het grootste contingent vrijwilligers uit de Germaanse landen (Duitsland uiteraard niet meegerekend) vormden. De meeste waren tussen de twintig en de vijfentwintig jaar. In het kort worden ook de frontbelevenissen van Lucie Lefever, Martha Clement en Maria van Aerden (zie ook mijn Leesfolder nr. 5) geschetst. Voor het overige niets dan lof voor het artikel. Het blijft echter wachten op een monografie over de Vlaamse DRK-Schwester.

dinsdag 12 mei 2020

Vlaamse vrijwilligers in film 'Kolberg'

De Vlaamse 'Kolberg'-grenadiers. Wim Leys staat tweede van rechts
Op 30 januari van dit jaar was het 75 jaar geleden dat de monumentale Duitse film Kolberg zijn eerste uitstraling kende. Het was de duurste film ooit uit de Duitse filmgeschiedenis met duizenden figuranten. Deze historische film vertelde het verhaal van de belegering van de Pommerse havenstad Kolberg in 1807 door napoleontische troepen. Voor Goebbels, die van meet af aan de filmproductie gesteund had, was Kolberg een uitstekend gemaakte propagandafilm, bedoeld om de laatste reserves voor de "totale oorlog" te mobiliseren. De film werd in de zomer en de herfst van 1944 gedraaid.
De mythe wil ons nog steeds doen geloven dat om de nodige figuranten te bekomen, hiervoor duizenden soldaten van het front teruggetrokken werden. In waarheid betrof het soldaten die nog in opleiding waren of deel uitmaakten van allerhande reserve-eenheden.
Ook enkele Vlamingen maakten als figurant deel uit van de filmbezetting. Het waren Vlaamse vrijwilligers die behoorden tot het SS-Jagdverband D (sabotage en infiltratie) waarvan SS-Sturmbannführer Otto Skorzeny de leiding in handen had. Deze eenheid bevond zich nog in volle opleiding in de streek van Friedenthal nabij Oranienburg. Een van deze vrijwilligers was de Antwerpenaar Wim Leys. In september kregen hij en zijn kameraden te horen dat ze zich naar de tv-studio's dienden te begeven, waar ze in uniformen van het Pruisische leger uit het begin van de 19de eeuw gestoken werden en in de ware zin van het woord gedurende een aantal weken
soldaatje dienden te spelen. Ook Skorzeny was persoonlijk op de filmset aanwezig.
Toen de film in de maanden februari-maart 1945 in de Duitse bioscopen draaide, was een flink deel van Pruisen al door de Sovjet-Russen bezet. De stad Kolberg was grotendeels verwoest, en kon in tegenstelling tot 1807 niet meer gered worden van de ondergang. Thans is ze in Poolse handen.
Na zijn keiharde opleiding werd Wim Leys niet ingezet bij de SS-Jagdverbanden maar gemuteerd naar de 'Langemarck'-divisie.
Bron: DMZ-Zeitgeschichte, 2020, nr. 44.

zaterdag 9 mei 2020

De Boekenschouw van het Nieuwe Europa

Door het coronavirus worden de mensen verplicht om meer thuis te zijn. In feite voor mij geen probleem. Hierdoor kan ik naast mijn schrijftaken meer tijd besteden aan lezen en plankzeilen op het oneindige internet, in de hoop iets interessants te vinden. Tijdens de afgelopen week was het weer eens zover.
Op een webstek vond ik het voor me tot dan volledige onbekende tijdschrift De Boekenschouw van het Nieuwe Europa. Wat zoekwerk leerde me dat het nieuwe orde-tijdschrift verscheen tussen november 1941 en juli 1942. Vanaf het najaar van 1942 werd het opgevolgd door De Schouw, waarvan de NSB'er Tobie Goedewaagen de hoofdredactie in handen had. Van De Boekenschouw verschenen er in totaal negen nummers. Hoofdredacteur was Maarten Ropine, pseudoniem van Maarten van Nierop. Ieder nummer, mooi verzorgd uitgegeven, staat barstensvol informatie over boeken die toen verschenen, ook Vlaamse auteurs als Stijn Streuvels en Gerard Walschap komen aan bod.
Verder zoeken leerde me dat geen enkele bibliotheek of instelling in Vlaanderen nummers van dat tijdschrift bezit. Ook in Nederland is het enkel aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek en op het NIOD.
Op de desbetreffende webstek werden acht van de negen nummers in uitstekende staat voor een niet al te democratische prijs te koop aangeboden. Ondanks de prijs, en na een korte beraadslaging met mijn echtgenote, heb ik onmiddellijk toegehapt. Zoiets zeldzaams mocht toch niet in mijn verzameling ontbreken. Ik ben dan ook van plan om er later in mijn Curiosa-reeks een uitgebreid artikel aan te wijden. Ik wilde u, lezer, van het bestaan van het tijdschrift alvast op de hoogte brengen.

dinsdag 5 mei 2020

Remi Bogaert geleverd en verzonden

Gisteren rond het middaguur werden de exemplaren van mijn nieuw boek Remi Bogaert: geloven in een heilige zaak (mijn 63ste!) geleverd. Gistermiddag en vandaag alle bestelde exemplaren verzendingsklaar gemaakt zodat ze morgen op de post kunnen. Wanneer ze geleverd zullen worden, ligt in handen van bepost. Daar zeiden ze me dat alles binnen de veertien dagen besteld zal worden. In deze coronatijden is de verzending van pakjes immers explosief toegenomen. Nu uitkijken maar.
Intussen werk ik al aan mijn volgende boek.