zondag 27 januari 2013

Sophie de Schaepdrijver

Wij, Vlamingen zijn toch maar een volkje van zelfkastijders. We minachten onszelf en zijn haast beschaamd om uit de schaduw te treden. Neem nu ene Sophie de Schaepdrijver, historica, belgiciste en politiek meer dan correct te noemen. Ze woont al dertig jaar niet meer in Vlaanderen. In 1997 publiceerde ze een boek over België tijdens de Eerste Wereldoorlog. Daarin spotte ze met het oorlogsflamingantisme, en maakte ze op arrogante wijze komaf met de, in haar ogen, mythe dat Vlaamse piotten de dood ingejaagd werden omdat ze geen Franstalige bevelen begrepen. Een verhaaltje uit Fabeltjeskrant, meende het mens. Haar boek werd door de belgicistische media de hemel ingeprezen maar her en der in weldenkend Vlaanderen kritisch bejegend.
Nu heeft diezelfde Sophie de Schaepdrijver, woonachtig in de Verenigde Staten, de Gouden Erepenning van het Vlaamse parlement gekregen. Ja, we zijn zelfkastijders en likken de hand van wie ons geslagen heeft. Is er dan geen enkele Vlaamse parlementariër die hiertegen geprotesteerd heeft? Ju, ju wat een volkje! De gelauwerde historica bezat dan nog de arrogantie om te zeggen: "Ik ben kwaad dat de Vlaamse overheid mij noch andere historici betrokken heeft bij haar herdenkingsbeleid rond de Eerste Wereldoorlog". Zeker niet doen, Vlaamse overheid!

7 opmerkingen:

  1. Geachte,

    Ik wens niet anomiem te zijn en plaats daarom mijn naam onderaan.

    Een wereldwijd gerenommeerd historica die Sophie de Schaepdrijver ontegensprekelijk is op dergelijke wijze bekritiseren is ongepast en te betreuren. De neergeschreven tekst getuigt van een vooringenomen gedachtengang en is te betreuren.

    Dhr Dobbelaere Rudy

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Geachte heer Verstraete,
    voor u uw flamingantistische gal op een historica spuwt, gelieve eerst goed te lezen wat er staat en vooral na te gaan naar welke bronnen deze wetenschapper in kwestie verwijst. Wanneer ze het heeft over de zogenaamde 80% mythe van de Vlaamse frontsoldaten (zij baseert zich op een doorwrochte reeks artikels van Hans Keymeulen en Luc de Vos verschenen in het Belgisch tijdschrift voor militaire geschiendenis (1988 en 1989-90).
    ten tweede : als u het niet eens bent met iemands stelling, gebruik dan argumenten in plaats van wild om zich heen te schieten en de fatsoensnormen van een kritische communicatie overboord te gooien ("het mens", etc.). Maar ik vermoed dat in uw geval elke gefundeerde kritiek op de Vlaamse Beweging en zijn excessen een gevolg is van dwalende belgicisten of vergis ik mij?
    ten derde, deze historica geeft een vrij genuanceerd beeld van de Frontbeweging en het activisme en zij is daarbij op geen enkele manier arrogant, wel integendeel.
    Ten vierde: als u schrijft dat Sophie De Schaepdrijver al lang niet in Vlaanderen woont, wat wil u daarmee eigenlijk insinueren? Ontneemt die afwezigheid of die afstand iemand het recht om over een bepaald thema wetenschappelijk onderzoek te doen?
    En tenslotte nog dit: als het gaat over Vlamingen, mag ik u dan vragen om niet de wij-vorm te gebruiken? Vind u het dat zelf niet een tikkeltje arrogant om plaatsvervangend voor een geheel volk te spreken? Of was het een pluralis majestatis? Nog erger, zou ik durven denken.
    met beleefde groeten,
    Stefan Moens

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Meneer Moens,
      1. u heeft waarschijnlijk mevrouw de auteur de eer bewezen door het boek te kopen?
      2. heeft u zelf al ooit de moeite gedaan of de behoefte gehad om de dossiers van de Vlaamse soldaten te raadplegen? Ik denk het niet, anders zou u mevrouw de auteur niet bijtreden.
      3.voor de rest geeft ze misschien volgens u een genuanceerd beeld van de Frontbeweging en het activisme, maar die arrogantie waarop PJ Verstraete op alludeert, ligt er vingerdik op in haar interviews, waarin ze o.a. haar beklag doet over het niet opnemen in alle mogelijk panelgesprekken, comités en andere clubjes waar ze haar lintje kan laten gelden.
      4. Hoe makkelijk is het om vanuit het verre VS al die archieven te raadplegen die ze aanhaalt in haar bibliografische referenties? Of komt ze telkens een paar weken kamperen in al die instellingen? Dan heeft ze hoogst waarschijnlijk de militaire archieven van de Vlaamse soldaten links laten liggen.
      Ten slotte: PJ Verstraete mag voor mijn part, gezien zijn gedegen kennis, gerust een tikkeltje" arrogant uit de hoek komen.

      Verwijderen
  3. Ik kan het niet beter verwoorden dan de twee vorige reacties, een heel subjectieve en vooringenomen kijk van de blogger... Jammer.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Over de inhoud kan ik niet oordelen wegens te weinig feitelijke kennis, maar ik heb net Poor little Belgium nog eens bekeken via de Canvas-website en o jee, of ze nu gelijk heeft of niet...de arrogantie droop er werkelijk af, wat een onhebbelijk karakter. Misschien was ze beter opera-diva geworden of iets van die strekking? S.B. uit M.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Geachte heer Verstraete,
    Ik ben het volkomen eens met uw oordeel. De inmiddels barones geworden Sophie De Schaepdrijver pretendeert overal waar het maar kan dat Karel de Schaepdrijver haar oom is. Dit is leugenachtig. Karel de Schaepdrijver was de broer van mijn grootvader Jozef. Dus Karel is MIJN grootoom niet die van Sophie De Schaepdrijver. Vermoedelijk staan in haar boek nog tal van onwaarheden. Haar minachting voor het Vlaamse volk is het opstapje geweest voor die adelijke titel.
    Wim De Meester

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Meneer Verstraete,

    de meeste reacties vind ik tenenkrullend. Kennen die mensen hun vaderlandse geschiedenis dan niet of onvoldoende.
    Ik kan uw stelling alleen maar bijtreden.
    In het boek erger ik me pagina na pagina. Ze spreekt het franstalig royalistisch estbalishment naar de mond. Vandaar ook haar beloning vanuit Brussel. Dat de Vlaamse regering dat nog eens aanvult vind ik wraakroepend.
    Zo zou er onvoldoende onderzoek gebeurd zijn naar de Frontbeweging ! Mevrouw heeft dan wel bepaalde vooraanstaande auteurs op dat vlak bewust laten links liggen !
    Literatuurlijsten heeft ze waarschijnlijk nog niet gehoord. Dan maar citeren in een "noten"lijst. Voor een academicus vind ik dan allerhoogst eigenaardig.
    Ik zal het boek op generlei verder gebruiken als referentiewerk !

    Groeten

    LJD uit Oostduinkerke

    BeantwoordenVerwijderen