Het laatste (dubbel)nummer van het literair-historisch tijdschrift Zacht Lawijd (2015, nr. 4) is geheel gewijd aan schrijvers, vooral van linkse signatuur, uit het interbellum. Zo is er een bijdrage dat gewijd is aan de intellectuele relatie tussen de socialistische leider Hendrik de Man en Henriëtte Roland Holst. Ondanks haar communistisch gedachtegoed heeft ze de antimarxist De Man nooit de wacht aangezegd, ook niet na 1940. Overigens is het prettig om weten dat historicus Jan Willem Stutje aan een omvangrijke De Man-biografie werkt. Interessant verder is het biografisch getinte artikel over de Nederlander A.J.D. van Oosten, die zich tijdens het interbellum tot het katholicisme bekeerde, en zich tot een strijdend radicaal sociaal dichter ontpopte. Toch bleef Van Oosten aan de zijde van zijn leermeester Anton van Duinkerken staan.
Ludo Stynen brengt een gewaardeerd en lezenswaardig opstel over Paul Kenis, die via de Antwerpse Clarté-gemeenschap van het linkse anarchisme en de commune-gedachte evolueerde tot een strijdend sociaal flamingantisme. Hij overleed echter in 1935 op nauwelijks vijftigjarige leeftijd.
Het interessante nummer met tal van weinig bekende illustraties wordt afgerond met een artikel van Dieter Vandenbroucke, biograaf van Victor Brunclair, over het communistisch Vlaamsgezinde week/dagblad (1939-1941) Uilenspiegel. Hoofdredacteur was Jef van Extergem en Brunclair fungeerde als redactie-secretaris. Naderhand bezweken beiden in Duitse kampen. De naoorlogse schrijver Johan Daisne (verplichte lectuur voor generaties scholieren) was een van de medewerkers aan het blad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten