zaterdag 16 november 2024

Jopie Fourie

Vandaag mocht ik een exemplaar ontvangen van deel 49 van de schitterende boekenreeks De Grote Oorlog. Kroniek 1914-1918. Essays over de Eerste Wereldoorlog, die verschijnt bij uitgeverij Aspekt.

In het nieuwe boekdeel werd mijn artikel Een oorlog in de oorlog. Jopie Fourie en de Afrikaner Maritz-rebellie (p. 47-56) opgenomen. Wellicht is de bijdrage een van de zeer zeldzame die over hem verscheen na 1945 in de Lage Landen. Jopie Fourie (1879-1914) nam deel aan de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) en bekwam een hogere officiersrang, maar weigerde nadien te vechten in het Duitse Zuidwest Afrika. Hij kwam in opstand, werd gevangengenomen en op bevel van een gewezen Boerengeneraal in december 1914 gefusilleerd. Zijn dood zorgde indertijd voor heel wat ophef, en gaf een stimulans aan het Boerennationalisme. Onder meer Cyriel Verschaeve wijdde een gedicht aan hem. 

woensdag 13 november 2024

Rex ter zege boven de doopvont

Gisteravond woonde ik in het ADVN in Antwerpen de voorstelling bij van het kersverse boek van de verdienstelijke Bruno Cheyns, Rex ter zege. Léon Degrelle en Rex in Vlaanderen, 1935-1945 (uitgeverij Ertsberg). Tijdens het nogal lang uitgevallen panelgesprek met Chantal Kesteloot, Bruno de Wever, Karl Drabbe (moderator) en de schrijver kwamen er enkele nieuwigheden tot uiting. 

(Foto FDS)
Tot nu toe was de geschiedschrijving over Rex-Vlaanderen een blinde vlek. Binnen Rex-Vlaanderen bestond er een tegenstelling tussen de Vlaamsgezinde rexisten en de franskiljonse aanhang. In steden als Gent, Oostende en Antwerpen bezat Rex meer aanhangers dan bijvoorbeeld het VNV. Historicus De Wever vond het ledenaantal van 33.000 (dixit Cheyns) in Vlaanderen nogal overdreven en nuanceerde. Na de ontbinding van Rex-Vlaanderen op 10 mei 1941, bleven afdelingen als Leuven doodleuk verder werken. Over de rol van rexisten in het verzet. Dat zijn maar een paar elementen uit het interessante boek die gisteren aan bod kwamen.

Binnenkort lees ik het boek. Ik was alvast blij erbij geweest te zijn, samen met een zeventigtal andere personen. Het boek kost 44.95 euro en het is mooi vormgegeven.

zondag 27 oktober 2024

Ripuarisch

Wist u dat er een taal bestaat die Ripuarisch genoemd wordt? Ik alvast niet. 

Nu, de taal wordt ook wel Noordmiddelfrankisch genoemd en behoort tot de Westmiddelduitse dialectgroep. Het is een oud Frankisch woord. De naam is afgeleid van het Latijnse woord 'ripa' dat oever betekent. In ons geval de rechteroever van de Rijn. De Romeinen noemde de Frankische stammen die aan de Middenrijn en omgeving woonden 'Ripuariërs'. 

In Nederlands-Limburg wordt de taal nog gebezigd in de gemeente Kerkrade en omgeving. Ik las het woord 'Ripuarisch' toevallig in een artikel dat ik gisteravond tot mij nam.

zondag 13 oktober 2024

Jugendbataillon uitverkocht

Sinds gisteren is mijn boek Jugendbataillon Langemarck (2015) uitverkocht. Naar hij me beloofde, zou uitgever Perry Pierik in een Duitse vertaling ervan voorzien. Nu, ik leef in de hoop dat het ook zo zal zijn. Intussen werk ik door en dank ik alle intekenaars op mijn boek over Met Jef François aan het Oostfront dat volgende maand het daglicht zal zien.

maandag 30 september 2024

Jef François op de bus

Vanmorgen bracht ik al de folders van Jef François naar de Masspost. Vandaar uit vertrekken ze naar hun bestemming, waar ze normaal op woensdag of donderdag zullen aankomen. En dan is het wachten op intekenaars. Hopelijk wordt het een succes, en kan ik aantonen dat de Vlamingen nog in boeken geïnteresseerd zijn.

Intussen werk ik verder aan mijn Staf de Clercq. Thans ben ik bezig met het verzorgen van het illustratiemateriaal en het schrijven van de onderschriften. De twee boekdelen samen zullen meer dan honderd bladzijden illustraties bevatten. Daarna volgt het register. Eenmaal dat dit achter de rug is, komen de drukproeven eraan. Ann en ik weten onze dagen te vullen.

woensdag 18 september 2024

Operatie Zwarte Tulp 1946

Na de Tweede Wereldoorlog moesten niet alleen collaborateurs het in Nederland ontgelden. Wraakgevoelens werden er geuit tegenover alle Duitsers, zelfs tegen die mensen die er al decennialang woonden. De Nederlandse regering besloot hen allen het land uit te zetten. Op 11 september 1946 ging hiertoe Operatie Zwarte Tulp (Black Tulip) van start.

Gelukkig kwam er meteen kritiek los. In de eerste plaats van de katholieke kerk, die vond dat het beleid in strijd was met de christelijke naastenliefde. Ook de westerse geallieerden in de westelijke bezettingszones van Duitsland opperden grote bezwaren tegen het Nederlandse voornemen.

In het licht van alle onvrede werd het beleid iets bijgesteld. Duitse vrienden van Nederland en Duitsers die aan het verzet hadden deelgenomen, mochten blijven. Maar de geallieerden bleven weigeren en stelden aan de Nederlandse overheid harde voorwaarden. Een hiervan was dat Duitsers die uitgezet zouden worden een adres in Duitsland moesten hebben waar ze terecht konden.

Uiteindelijk werden 3691 Rijksduitsers uit het land gezet van de oorspronkelijk geplande 17.000. Op 26 juli 1951 werd de staat van oorlog met Duitsland beëindigd en waren Duitsers officieel geen vijanden meer van de Nederlandse staat. In elk geval was Operatie Zwarte Tulp geen daad waar de Nederlandse overheid veel eer voor kreeg.

(Bron: Historisch Nieuwsblad)

maandag 19 augustus 2024

Een onbekende 'Afrikaner' republiek of de kortstondige Republiek van Klipdrift

Na de vondst in de jaren 1860 van diamant in de Zuid-Afrikaanse regio West-Griekwaland, kwam er hoofdzakelijk vanuit Natal en de Kaap, een ware diamond rush op gang. Britse mijnwerkers spoedden zich naar de stad Kimberley, en claimden de mineraalrechten door op 30 juli 1870 de onafhankelijke Diamond Diggers Republic uit te roepen. Beter bekend onder de naam Klipdrift Republic. 

Aan het hoofd stond de kleurrijke president Stafford Parker. Hij was een tijdlang schilder een een groot paardenliefhebber. Daarom werd ook een paard als embleem in de vlag van de nieuwe republiek opgenomen. De enige bekende afbeelding van deze vlag is nog steeds te zien in het Africana Museum van Johannesburg.

President Parker was beslist een vreemde kerel. Een Brits journalist noemde hem een "swagger citizin" of een zwierige burger. Hij ging zeer ostentatief gekleed en was te herkennen aan zijn hoge witte hoed, die hij steeds droeg. Hij inde belastingen met getrokken pistool en handhaafde de wet op nogal ruwe wijze over zijn tienduizend onderdanen. Wel stond hij bekend als meesterverteller.

Een lang leven was de Klipdrift Republiek evenwel niet beschoren. Al in februari 1871, na een kleine zeven maanden dus, hielden Parker en de zijnen het voor bekeken. Zij deden dat niet vrijwillig. Het Verenigd Koninkrijk, sterk geïnteresseerd in de diamantvondsten, nam de autoriteit over het gebied in handen. Parker zelf verhuisde naar Transvaal en werd er als lid van de Volksraad (parlement) verkozen.