zondag 13 juni 2021

De dictator van Wit-Rusland

 Wit-Rusland, ook Belarus genaamd, telt negen miljoen inwoners. Sinds 1994 wordt de voormalige Sovjet-republiek met harde hand door Aleksandr Loekasjenko geregeerd. Hij is de enige overgebleven dictator van Europa. Nog in mei kwam het land op een biezonder negatieve wijze in het nieuws. Door middel van een ophefmakende vliegtuigkaping werd een passagiersvliegtuig gedwongen in Minsk te landen. Daar werd een Wit-Russisch oppositielid door geheime agenten met geweld van boord gehaald, waarna het vliegtuig weer kon vertrekken. Als voorbeeld van staatsterrorisme kon het voorval alvast tellen.

De Wit-Russische bevolking, die sinds de gefraudeerde presidentsverkiezingen van augustus 2020 massaal op straat kwam om het aftreden van dictator Loekasjenko te eisen, heeft bij dit alles het nakijken. Over Wit-Rusland publiceerde kenner, vertaler en journalist Ardy Beld een verhelderend boek. In Een land om te leven, aldus de titel van zijn boek, brengt ons onder meer een portret van de Wit-Russische dictator, die ooit door zijn toenmalige chefs aan een psychiatrisch onderzoek onderworpen werd, en van de belangrijkste oppositieleden. Na een historische schets van het land brengt Beld ons een reeks interviews met Wit-Russen uit zowat alle geledingen van de maatschappij: van popmusici tot topsporters, van journalisten tot een voormalige schoonheidskoningin. Allen belandden ze tussen 9 augustus en 16 november 2020 in de gevangenis. In amper drie
maanden werden meer dan 20.000 Wit-Russen gearresteerd en veroordeeld. Op die wijze wordt de willekeur van een dictatuur en de huidige uitzichtloosheid op treffende wijze getoond. Achter dat alles staat de schaduw van het Kremlin. 

Ardy Beld sloot de redactie van zijn indringend boek in februari af.

Ardy Beld, "Een land om te leven: honderd dagen protest in Wit-Rusland". Soesterberg, Aspekt, 2021. Ill., 186 blz. Gen., 18,95 euro ISBN 978-94-6424-100-6

Frantz van Dorpe-colloquium in Sint-Niklaas

Gisteren woonde ik in Sint-Niklaas de eerste grotere bijeenkomst binnen de Vlaamse Beweging bij sinds het uitbreken van het coronavirus. De organisatie was in handen van de lokale heemkundige kring, het ADVN en de Stad Sint-Niklaas. In de hoofdstad van het Waasland tekenden een zeventigtal personen present om in de Collegekerk het Frantz van Dorpe-colloquium bij te wonen; alleen al 37 familieleden van de gewezen burgemeester van Sint-Niklaas waren erbij. 

Een achttal sprekers hielden een referaat over diverse aspecten uit het leven van de gewezen leidsman van het Verdinaso. Beklijvend waren de lezingen van Vincent Stuer, Dieter Vandenbroucke, Jan Creve en Frank Judo. Geregeld kwam ook het antisemitisme van Van Dorpe aan bod. Een antisemiet was hij inderdaad maar een systematische jodenhater was hij niet. Zo getuigde hij ook een tijdlang van zijn fascistische gezindheid (zeker geen nazi!).  Van Dorpe was een zeer ambitieus man maar ook een moedig man, die moeilijkheden niet uit de weg ging. Tijdens de vragenronde waren er opmerkelijke interventies van Nelly Maes, Nico van Campenhout en Kurt Ravyts.

Rond 16u was het afgelopen en keerde eenieder huiswaarts. Gezien de covidmaatregelen kon burgemeester Lieven Dehandschutter -een oude vriend van me uit de periode van onze medewerking aan het tijdschrift Nieuw Vlaanderen- tot zijn spijt geen afscheidsreceptie aanbieden. De diverse referaten en interventies zullen volgend jaar in boekvorm verschijnen.