Op 103-jarige leeftijd overleed op 14 december vorig jaar Jacob Luitjens. Oom Jaap, zoals hij bekend stond, was het enige lid van de Nationaal Socialistische Beweging van Anton Mussert die nog in leven was. Thans zijn er geen ooggetuigen van deze beweging meer in leven. Het levenspad van Jacob Luitjens was tumultueus te noemen.
Hij was een overtuigd NSB-man en nationaalsocialist. Tijdens de Duitse bezetting meldde hij zich als Oostfrontvrijwilliger bij de Waffen-SS. Hij werd afgekeurd omwille van een onvolgroeide arm. Jaap, Jacob sloot zich dan aan bij de Landwacht, de gewapende tak van de NSB. Deze Landwachters waren nu niet bepaald brave koorknapen, die oude vrouwtjes de straat hielpen oversteken. Het waren doorgaans ruwe kerels met jachtgeweren die voornamelijk ingezet werden bij de bewaking van gebouwen, het controleren van tassen -steeds tuk op het in beslag nemen van goederen-, het nagaan van persoonsbewijzen en het uitvoeren van arrestaties, huiszoekingen en lijfonderzoeken. In het noorden van Nederland kwam Luitjens bekend te staan als een wrede Landwachter. Hij spoorde nogal wat onderduikers, deserteurs en verzetslui op, en stuurde mensen naar een villa in Drenthe, waar ze ondervraagd en gefolterd werden indien ze "niet wilden meewerken". Ook was Oom Jaap betrokken bij twee moorden, wat achteraf niet waar bleek te zijn.
Na de oorlog gaf hij zichzelf aan en werd opgesloten in het kamp van Westerbork, waar tijdens de bezetting joden werden ondergebracht. In 1946 ontsnapte Luitjens samen met zijn zwager naar Duitsland. Onder valse Duitse namen verdwenen ze naar Paraguay dat toen als zeer Duitsvriendelijk (lees nazivriendelijk) bekend stond. Daar sloot Ome Jaap zich aan bij een Duitse mennonietenkolonie: gesloten, Duitstalige gemeenschappen van doopsgezinden, die meestal gevlucht waren uit de Sovjet-Unie. Hij leerde er een jonge Duitse vrouw, Olga kennen en huwde met haar.
In 1961 emigreerde Jacob Luitjens met zijn gezin naar Canada, waar hij plantkunde doceerde aan de Universiteit van Brits-Columbia. Begin jaren 1980 werd hij door de Friese journalist, Jack Kooistra of de Friese Simon Wiesenthal opgespoord. Na de oorlog was Luitjens in Nederland tot levenslang veroordeeld. Vooralsnog weigerde Canada hem uit te leveren. Pas in 1991 verloor hij zijn Canadese nationaliteit toen bleek dat hij gelogen had bij het verwerven ervan. Hij had namelijk leugens verteld over zijn verleden. Eind 1992 werd hij naar Nederland uitgewezen, waar de media in rep en roer stonden. Zijn familie had tot dan als een graf over hem gezwegen. De hele familie was namelijk tijdens de bezetting NSB-gezind geweest, en dat wilde ze maar al te graag doen vergeten. De teruggekeerde Ome Jaap was een diepgelovig man met een zwaar Duits accent en ouderwetse dictie, die wilde praten over Hannah Arendt, en beweerde nooit iemand gedood te hebben.
Jacob Luitjens bracht uiteindelijk twee jaar en vier maanden door in de gevangenis van Groningen. In 1995 kwam hij op 75-jarige leeftijd vrij. Olga -zij overleed in november 2022- woonde toen ook een tijdlang in Nederland en zijn kinderen kwamen regelmatig op bezoek. Als statenloos man -Nederland weigerde hem een uitreisvisum te bezorgen- woonde hij in het Friese Lemmer waar zijn familie voor hem zorgde.
Historicus David Barnouw van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie noemde Jacob Luitjens een symbool waarop het Nederlandse oorlogsverleden werd geprojecteerd. Daarmee werd Oom Jaap niet alleen verantwoordelijk gehouden voor zaken die hij niet gedaan heeft, maar in zekere zin ook voor al het slechts uit de oorlog. Zo werden de misdrijven van de "beruchte oorlogsmisdadiger Jacob Luitjens", naarmate de tijd vorderde, alsmaar groter. Zijn bijnaam als de "Schrik van Roden" ontstond pas decennia na het einde van de oorlog.
Met dank aan P.W.; De Groene Amsterdammer, 1 juni 2023.