
Nadien leerde ik hem in 1980/1981 toen hij 'huisbewaarder' van Huize Robrecht van Kassel in Komen was, beter kennen. Eric zat op dat ogenblik volop in de scheidingsprocedure van zijn eerste huwelijk en had een voorlopig onderkomen nodig. Nadien vonden J.-P. Dewijngaert en ik in zijn kamers twee volle kartons met archivalia over abbé Jean-Marie Gantois terug. Hij had toen het plan om een omvangrijke biografie over de Frans-Vlaamse voorman te schrijven. Buiten enkele artikels in het jaarboek De Franse Nederlanden en een paar Kulak-papers is ook dat opzet op sterk water geplaatst geworden. De kartons bezorgden we terug aan de Kulak. Inmiddels is het nog steeds wachten op een historische Gantois-biografie.
Later ontmoette ik nog talloze malen Eric Defoort op boekvoorstellingen, colloquia, lezingen, op de trein... Telkens voerden we een kort gesprek. Later toen hij in de politiek stapte, verslapten de contacten.
Hij was wat je noemt een francofiele flamingant die zonder meer hele passages van bepaalde Franse auteurs (zoals Pierre Drieu la Rochelle) uit het hooft kon citeren. Zonder meer een bijzondere persoonlijkheid.