maandag 26 juni 2023

De "Criminele saken" van Jan Timmermans


Jan Timmermans (1901-1962) studeerde een tijdlang aan de Sorbonne in Parijs en in Berlijn. Als vrijzinnige behaalde hij zijn doctoraat in de rechten aan de Vrije Universiteit van Brussel. In 1926 vestigde hij zich als advocaat in zijn geboortestad Antwerpen. Hij werd gemeenteraads- en provincieraadslid voor Het Vlaamsche Front en was vanaf 1934 actief binnen het VNV, waarvoor hij als arrondissementsleider en gouwleider optrad. Bij de verkiezingen van april 1939 werd Timmermans tot volksvertegenwoordiger gekozen. Tijdens de bezetting was hij drie jaar lang (1941-1944) havenschepen. Begin 1944 werd zijn grootste ambitie waarheid: in opvolging van burgemeester Delwaide werd hij eerst waarnemend en vanaf 20 juli officieel burgemeester van de metropool. Timmermans was door en door een man van de Nieuwe Orde en trouwe VNV-gevolgsman. Hiervoor werd hij na de oorlog in september 1945 tot de doodstraf veroordeeld, ook in beroep en in cassatie. In 1951 werd hij omwille van zijn slechte gezondheidstoestand vrijgelaten.

Jan Timmermans was een gecultiveerd man. Frans van der Elst noemde hem in zijn in memoriam een "intellectueel van hoog gehalte, een waarachtig humanist, verstandelijk zeer begaafd" (Wij, 14 april 1962). Tijdens Timmermans' verblijf in de gevangenis vertaalde hij het belangrijkste boek van de 17de eeuwse Spaanse jezuïetenpater Balthasar Gracian, Handorakel en kunst der behoedzaamheid uit het Spaans. Het boek verscheen in 1950 bij de uitgeverij Die Poorte. Onder de naam van zijn echtgenote Lena Delen voorzag hij het boek van een accurate inleiding. Handorakel is een bijwijlen amoreel, machiavellistisch en cynisch geschrift. Het werd bijzonder gewaardeerd door onder meer Nietzsche en Voltaire. Schopenhauer vertaalde het boek in het Duits.

Daarna publiceerde Timmermans in 1961 in de reeks Vlaamse Pockets het boekje Van criminele saken ende quaede feyten. Ernst en zotternij in het oud recht. Het boekje kreeg als motto: "Een advocaat laat zich door beide partijen betalen". Zowel Elias als Van der Elst kregen een gesigneerd presentexemplaar aangeboden. In het eerste schreef de auteur als opdracht: "Voor Rik, dit lichte opusje" (datum 27 september 1961) en in het exemplaar bestemd voor Van der Elst: "Aan mr. Fr. van der Elst, in dankbare herinnering aan vele door hem bewezen diensten!" (datum 28 september 1961). Merkwaardig is tevens dat beide werken vermeld staan in de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (auteur Frans van der Elst) maar niet meer in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (auteur Bruno de Wever).

Met dank aan wijlen Wim van der Elst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten