Ik ben geen zomermens. Warme temperaturen (t.t.z. boven 22°C) zijn aan mij niet besteed. Ik ben dan immers niet in staat tot 'scheppend' werk van lange adem. Na de middag word ik dan telkens bevangen door een zekere loom- en sloomheid. Met andere woorden de maanden juli en augustus zijn allerminst mijn lievelingsmaanden. Veeleer beperk ik mij tot lezen en het schrijven van boekbesprekingen. Zo las ik deze week de levensherinneringen van de Nederlandse historicus en biograaf Cees Fasseur Dubbelspoor. Nauwelijks had hij zijn memoires afgerond of hij overleed het afgelopen voorjaar.
Zijn laatste boek is een parel om te lezen. Daarin houdt de biograaf van onder meer koningin Wilhelmina ook een sterk pleidooi voor het Nederlands als wetenschappelijke taal, en verzet hij zich tegen publicaties van historici, al of niet onder druk, in het Engels. "Het Nederlands is nu eenmaal de taal waarin ik denk, woon en mij thuis voel. Geschiedenis is niet alleen wetenschap maar ook kunst, en wel de kunst goed te schrijven. Daarin ben ik in de moedertaal meer geverseerd dan in een tweede taal als het Engels, die toch altijd minder vertrouwd blijft. Nu heden ten dage ook de geschiedeniscolleges bij voorkeur in het Engels worden gegeven en het schrijven van bachelor- en masterscripties door studenten in die taal wordt aangemoedigd, zie ik de toekomst op dit punt somber in".