In het laatste nummer van het Duitse conservatieve weekblad Junge Freiheit (nummer van 15 mei 2020) staat er een artikel over het lot van de groep van Joris van Severen en gezellen, die naar Abbeville gedeporteerd werden. Op 20 mei 1940, thans tachtig jaar geleden, werden 21 mensen van deze groep op 'grauenhafter' wijze vermoord, onder wie ook Joris van Severen en zijn vertrouwensman Jan Ryckoort.
Het artikel van de hand van Hans-Jürgen Wünschel bevat een neutrale beschrijving van de lijdensweg van deze groep Europeanen (21 Belgen, 18 joden, 14 Duitsers, 6 Nederlanders, 3 Luxemburgers, 9 Italianen, 1 Fransman, 2 Zwitsers, 1 Spanjaard, 1 Deen, 1 Oostenrijker, 1 Tsjech en ook 1 Canadees), en de vervolging van hun moordenaars.
Het waren eenheden van de 57ste Duitse infanteriedivisie onder Generalleutnant Oskar Blümm die de slachtoffers aan de kiosk van Abbeville vonden.
In het verleden verschenen van mijn hand al tientallen boeken en brochures over diverse figuren uit de geschiedenis van de Vlaamse Beweging en de collaboratie in Europa. De belangrijkste zijn o.a. Hendrik Jozef Elias, Reimond Tollenaere, Odiel Spruytte, Jeroom Leuridan, enz. Meer inlichtingen vindt u op mijn webstek. Met deze blog wil ik in de toekomst berichten over mijn nieuwe projecten en over de literatuur die ik daarbij doorneem.
woensdag 27 mei 2020
maandag 18 mei 2020
Vlaamse DRK-zusters in de belangstelling
Met vertraging ontving ik het laatste nummer van het non-conformistische tijdschrift The Axis Forces van februari 2020. Het Engelstalige tijdschrift (drie of vier nummers per jaar) verschijnt sinds 2017 en is volledig aan de As-strijdkrachten en hun bondgenoten gewijd.
Het laatste nummer (nr. 13) bevat onder meer een artikel van ruim twintig pagina's, volledig gewijd aan de vrijwilligsters die dienst deden bij het Deutsches Rotes Kreuz (DRK) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het artikel van de hand van Andrei Samcevich wijdt vooral aandacht aan de Noorse, Nederlandse en Vlaamse meisjes die zich als vrijwilligster opgaven. Ik las onder meer dat de Vlaamse meisjes en jonge vrouwen het grootste contingent vrijwilligers uit de Germaanse landen (Duitsland uiteraard niet meegerekend) vormden. De meeste waren tussen de twintig en de vijfentwintig jaar. In het kort worden ook de frontbelevenissen van Lucie Lefever, Martha Clement en Maria van Aerden (zie ook mijn Leesfolder nr. 5) geschetst. Voor het overige niets dan lof voor het artikel. Het blijft echter wachten op een monografie over de Vlaamse DRK-Schwester.
Het laatste nummer (nr. 13) bevat onder meer een artikel van ruim twintig pagina's, volledig gewijd aan de vrijwilligsters die dienst deden bij het Deutsches Rotes Kreuz (DRK) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het artikel van de hand van Andrei Samcevich wijdt vooral aandacht aan de Noorse, Nederlandse en Vlaamse meisjes die zich als vrijwilligster opgaven. Ik las onder meer dat de Vlaamse meisjes en jonge vrouwen het grootste contingent vrijwilligers uit de Germaanse landen (Duitsland uiteraard niet meegerekend) vormden. De meeste waren tussen de twintig en de vijfentwintig jaar. In het kort worden ook de frontbelevenissen van Lucie Lefever, Martha Clement en Maria van Aerden (zie ook mijn Leesfolder nr. 5) geschetst. Voor het overige niets dan lof voor het artikel. Het blijft echter wachten op een monografie over de Vlaamse DRK-Schwester.
dinsdag 12 mei 2020
Vlaamse vrijwilligers in film 'Kolberg'
De Vlaamse 'Kolberg'-grenadiers. Wim Leys staat tweede van rechts |
De mythe wil ons nog steeds doen geloven dat om de nodige figuranten te bekomen, hiervoor duizenden soldaten van het front teruggetrokken werden. In waarheid betrof het soldaten die nog in opleiding waren of deel uitmaakten van allerhande reserve-eenheden.
Ook enkele Vlamingen maakten als figurant deel uit van de filmbezetting. Het waren Vlaamse vrijwilligers die behoorden tot het SS-Jagdverband D (sabotage en infiltratie) waarvan SS-Sturmbannführer Otto Skorzeny de leiding in handen had. Deze eenheid bevond zich nog in volle opleiding in de streek van Friedenthal nabij Oranienburg. Een van deze vrijwilligers was de Antwerpenaar Wim Leys. In september kregen hij en zijn kameraden te horen dat ze zich naar de tv-studio's dienden te begeven, waar ze in uniformen van het Pruisische leger uit het begin van de 19de eeuw gestoken werden en in de ware zin van het woord gedurende een aantal weken
soldaatje dienden te spelen. Ook Skorzeny was persoonlijk op de filmset aanwezig.
Toen de film in de maanden februari-maart 1945 in de Duitse bioscopen draaide, was een flink deel van Pruisen al door de Sovjet-Russen bezet. De stad Kolberg was grotendeels verwoest, en kon in tegenstelling tot 1807 niet meer gered worden van de ondergang. Thans is ze in Poolse handen.
Na zijn keiharde opleiding werd Wim Leys niet ingezet bij de SS-Jagdverbanden maar gemuteerd naar de 'Langemarck'-divisie.
Bron: DMZ-Zeitgeschichte, 2020, nr. 44.
zaterdag 9 mei 2020
De Boekenschouw van het Nieuwe Europa
Door het coronavirus worden de mensen verplicht om meer thuis te zijn. In feite voor mij geen probleem. Hierdoor kan ik naast mijn schrijftaken meer tijd besteden aan lezen en plankzeilen op het oneindige internet, in de hoop iets interessants te vinden. Tijdens de afgelopen week was het weer eens zover.
Op een webstek vond ik het voor me tot dan volledige onbekende tijdschrift De Boekenschouw van het Nieuwe Europa. Wat zoekwerk leerde me dat het nieuwe orde-tijdschrift verscheen tussen november 1941 en juli 1942. Vanaf het najaar van 1942 werd het opgevolgd door De Schouw, waarvan de NSB'er Tobie Goedewaagen de hoofdredactie in handen had. Van De Boekenschouw verschenen er in totaal negen nummers. Hoofdredacteur was Maarten Ropine, pseudoniem van Maarten van Nierop. Ieder nummer, mooi verzorgd uitgegeven, staat barstensvol informatie over boeken die toen verschenen, ook Vlaamse auteurs als Stijn Streuvels en Gerard Walschap komen aan bod.
Verder zoeken leerde me dat geen enkele bibliotheek of instelling in Vlaanderen nummers van dat tijdschrift bezit. Ook in Nederland is het enkel aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek en op het NIOD.
Op de desbetreffende webstek werden acht van de negen nummers in uitstekende staat voor een niet al te democratische prijs te koop aangeboden. Ondanks de prijs, en na een korte beraadslaging met mijn echtgenote, heb ik onmiddellijk toegehapt. Zoiets zeldzaams mocht toch niet in mijn verzameling ontbreken. Ik ben dan ook van plan om er later in mijn Curiosa-reeks een uitgebreid artikel aan te wijden. Ik wilde u, lezer, van het bestaan van het tijdschrift alvast op de hoogte brengen.
Op een webstek vond ik het voor me tot dan volledige onbekende tijdschrift De Boekenschouw van het Nieuwe Europa. Wat zoekwerk leerde me dat het nieuwe orde-tijdschrift verscheen tussen november 1941 en juli 1942. Vanaf het najaar van 1942 werd het opgevolgd door De Schouw, waarvan de NSB'er Tobie Goedewaagen de hoofdredactie in handen had. Van De Boekenschouw verschenen er in totaal negen nummers. Hoofdredacteur was Maarten Ropine, pseudoniem van Maarten van Nierop. Ieder nummer, mooi verzorgd uitgegeven, staat barstensvol informatie over boeken die toen verschenen, ook Vlaamse auteurs als Stijn Streuvels en Gerard Walschap komen aan bod.
Verder zoeken leerde me dat geen enkele bibliotheek of instelling in Vlaanderen nummers van dat tijdschrift bezit. Ook in Nederland is het enkel aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek en op het NIOD.
Op de desbetreffende webstek werden acht van de negen nummers in uitstekende staat voor een niet al te democratische prijs te koop aangeboden. Ondanks de prijs, en na een korte beraadslaging met mijn echtgenote, heb ik onmiddellijk toegehapt. Zoiets zeldzaams mocht toch niet in mijn verzameling ontbreken. Ik ben dan ook van plan om er later in mijn Curiosa-reeks een uitgebreid artikel aan te wijden. Ik wilde u, lezer, van het bestaan van het tijdschrift alvast op de hoogte brengen.
dinsdag 5 mei 2020
Remi Bogaert geleverd en verzonden
Gisteren rond het middaguur werden de exemplaren van mijn nieuw boek Remi Bogaert: geloven in een heilige zaak (mijn 63ste!) geleverd. Gistermiddag en vandaag alle bestelde exemplaren verzendingsklaar gemaakt zodat ze morgen op de post kunnen. Wanneer ze geleverd zullen worden, ligt in handen van bepost. Daar zeiden ze me dat alles binnen de veertien dagen besteld zal worden. In deze coronatijden is de verzending van pakjes immers explosief toegenomen. Nu uitkijken maar.
Intussen werk ik al aan mijn volgende boek.
Intussen werk ik al aan mijn volgende boek.
Abonneren op:
Posts (Atom)