donderdag 31 december 2020

Over 't Pallieterke, uitgeverij Aspekt en goede voornemens

 Sommigen onder u, beste lezers, zullen al gemerkt hebben dat ik niet meer meewerk aan het weekblad 't Pallieterke. De reden hiervoor is simpel. Sinds enkele jaren verschenen er geen recensies meer van mijn publicaties in het blad. Hoewel ik medewerker was, werden mijn eigen werken niet meer besproken in het huisorgaan van het Vlaams-nationalisme. Herhaaldelijk vroeg ik aan hoofdredacteur Karl van Camp naar de reden hiervoor. Pas na maanden aandringen, kreeg ik antwoord: ik was ook medewerker aan het digitale Doorbraak.be. Ik mocht uiteraard blijven meewerken maar KvC had toch graag gehad dat ik eerst mijn recensies en artikels, bestemd voor Doorbraak, aan hem aanbood. Pas na publicatie in 't Pallieterke zouden ze op de webstek van Doorbraak.be mogen verschijnen. Begrijp dus goed, beste lezer, boeken die ik kreeg om te bespreken voor DB.be diende ik eerst aan KvC aan te bieden. Uiteraard ging deze vogel niet op.

Enige tijd nadien vernam ik van diezelfde Karl van Camp dat boeken over de twee wereldoorlogen niet meer hoefden voor zijn blad. "De mensen zijn dat moe. Er is al meer dan genoeg over de oorlog verschenen", schreef ie. Nu was het zo dat ik veelal boeken uit het fonds van uitgeverij Aspekt ontving, en zij publiceren nogal veel over beide wereldoorlogen en het interbellum. Andere uitgeverijen willen het weekblad met een goed hart en een slecht karakter immers niet kennen. Ik nam contact op met Perry Pierik en kwam met hem overeen dat vanaf volgend jaar er regelmatig recensies van boeken uit zijn non-fictie-fonds op mijn blog zullen besproken worden. Immers mijn blog wordt veelal bezocht door mensen met interesse voor geschiedenis van de eerste helft van de 20ste eeuw en de geschiedenis van de Vlaamse Beweging. Dat wordt dus een nieuwtje. 

Ik kan mij goed voorstellen dat heel wat van mijn lezers al hun goede voornemens voor volgend jaar genomen hebben. De een zal stoppen met roken en de ander met fors te drinken en met alle slechte dingen, die u een deel van uw leven gedaan heeft. Als u dan toch nog op zoek bent naar een goed voornemen dan durf ik u aan te raden meer te lezen. Kijk minder televisie en lees bijvoorbeeld gedurende twee of drie avonden per week. Het is niet alleen goed voor het geheugen maar studies bewijzen dat je er gelukkiger door wordt.

Ik wens u allen een vlotte en leuke overgang van oud naar nieuw. Prosit Neujahr! 

woensdag 9 december 2020

Een boekenmonument is niet meer: Martin Ros overleden


In een verpleeghuis in Amersfoort overleed op 8 december Martin Ros. Hij was 83 geworden en bij leven al een boekenmonument, een fenomeen op zich. Decennialang was hij chef boeken bij uitgeverij Arbeiderspers in Amsterdam —“uitgeversknecht” noemde hij zichzelf. Hij was de ontdekker van schrijvers als Maarten ’t Hart en Boudewijn Büch, en lanceerde de kwalitatieve topreeksen Open Domein en Privé Domein. Het grote publiek kende hem als overijverige en dolenthousiaste recensent van boeken voor de TROS Nieuwsshow op Radio 1. Boeken over de Tweede Wereldoorlog, erotica, wielrenners —waarover hij zelf enkele boeken pleegde—, en uiteraard biografieën behoorden tot zijn lievelingsdomein. Zijn autobiografisch getinte boek Liefde en ouderdom groeide uit tot een bestseller. Martin Ros was letterlijk bezeten van boeken. Zijn eigen bibliotheek telde zowat 60.000 boeken, verspreid over diverse locaties. Eens stortte door het gewicht een deel van zijn huis in. Met hem voerde ik een jarenlange correspondentie en hadden we diverse ontmoetingen. In 1997 werd de steeds enthousiaste Ros door een herseninfarct getroffen en diende hij zijn werk bij de uitgeverij stop te zetten. Na zijn herstel bleef hij schrijven, recenseren en verzamelen. Hieronder volgen enkele herinneringen.


“Flamisme”

Eens vertelde Martin Ros me dat hij van alle nog in leven zijnde Nederlanders de grootste collectie boeken over de Vlaamse Beweging of “flamisme”, zoals hij onze emancipatiebeweging wel eens noemde, bezat. “Ja, jochie, daar sta je van te kijken maar het is zo !”, voegde hij er nog veelbetekenend aan toe. Uiteraard twijfelde ik niet aan de woorden van deze ‘gedreven boekenfanaat’, die zichzelf omschreef als de ‘laatste kabouter van het grote boekenvak’.

Het was trouwens door zijn interesse in een ‘aantal curieuze kanten’ van de geschiedenis van de Vlaamse Beweging dat we met elkaar in contact kwamen. Op 8 maart 1996 schreef Martin me een brief —bij mijn weten maakte ie nimmer gebruik van een pc— waarin hij aanvullende gegevens vroeg over enkele figuren die hij in het vervolgdeel van zijn in 1995 verschenen Jakhalzen van het Derde Rijk wenste te publiceren. Nu dat tweede deel is nooit verschenen maar het leidde wel tot een eerste van een reeks persoonlijke ontmoetingen.

Onze allereerste ontmoeting vond plaats in april 1997 in een Indonesisch restaurant dat hij vaak frequenteerde. De kennismaking in het gezelschap van vriend Gui van Gorp verliep allerhartelijkst. Alsof we elkaar al jaren kenden. Martin bezat dan ook een innemende persoonlijkheid. Als een machinegeweer stak hij van wal, al springende van het ene naar het andere onderwerp. Bij wijze van kennismaking vond er eerst een soort ruilbeurs van boeken en tijdschriften plaats. Telkens weer klonk het: ‘Dat is geweldig’. Diverse onderwerpen als gestigmatiseerde vrouwen, de uitgeverswereld, collaboratie, het drama van Mayerling, keizerin Sissi, de polderpolitiek van Wim Kok, Paul Léautaud, Vlaamse Beweging, Adolf Hitler, de Ronde van Vlaanderen, bibliotheken… kwamen aan bod.

Kelkje

Zijn geliefkoosde ‘Dat weten jullie toch !’, ‘Is dat zo?’ en ‘Dat moeten jullie absoluut lezen!’, werden bij haast ieder onderwerp herhaald. Naarmate de uren verstreken en het verbruik van menig glas jonge jenever (een ‘kelkje’) en wijn steeg, werd onze gastheer steeds luidruchtiger. Af en toe bonkte hij met zijn vuisten op tafel om zijn uitspraken kracht bij te zetten. Kopjes en glazen wipten dan even omhoog. Eenmaal viel er een glas wijn om waarbij de in de buurt liggende boeken inderhaast gered dienden te worden. De vriendelijke dienster maande ‘meneer Ros’ wat stiller te willen zijn. Zijn stem daalde dan tot fluisterniveau om na vijf minuten weer het volume van voorheen te bereiken.

Met Martin Ros spreken was in feite luisteren naar een stortvloed van woorden, waar je af en toe eens een woord kon tussenbrengen. Om een originele boutade in de overtreffende trap zat hij nooit verlegen. Je vroeg je wel eens af of hij ooit tot rust kwam. Brieven van hem waren ofwel in een schier onleesbaar handschrift gesteld, ofwel getypt en een uitnodiging voor de correspondent om er de juiste woorden aan toe te voegen. De gedachten van Martin gingen immers vlugger dan zijn vingers het tempo konden aanhouden.

Het volgende jaar spraken Gui en ik met Martin op dezelfde plaats af. In afwachting van zijn komst, wandelden we langs het kanaal. Plots fel getoeter. Martin Ros in zijn blitse kleine sportwagen met op de achterbank ettelijke boekentasjes, zat hevig gesticulerend naar ons te zwaaien. Wij vlug naar hem toe. Hij hield immers het verkeer op maar het kon hem blijkbaar geen zier schelen. ‘Hoe gaat het in Vlaanderen?’, luidde zijn eerste vraag. Het duurde toch een paar minuten eer we hem ervan konden overtuigen eerst zijn wagen te parkeren, en dan het gesprek verder te zetten. De rij auto’s achter hem was inmiddels tot een heuse file uitgedeind. Van al het geclaxonneer achter zich trok hij zich geen moer aan. Of hoorde hij het niet?

Deventer

Diezelfde zomer, begin augustus 1998, vertoefden mijn echtgenote en ik op de grootse boekenmarkt in Deventer. Op een bepaald moment ontwaarde ik aan een boekenkraam Martin Ros bepakt met een rugzak en enkele tassen vol boeken. Prompt en vol enthousiasme gaf hij de dame naast mij enkele hartstochtelijke zoenen. Het ging allemaal danig vlug dat ik de tijd niet kreeg hem er op te wijzen dat de dame in kwestie helemaal mijn echtgenote niet was. Consternatie ! Ze vatte de zaak evenwel sportief op en bleek Martin door zijn radiopraatjes te kennen. Toen even later mijn wettelijke wederhelft zich bij ons voegde, werd het zoenen met evenveel overtuiging herhaald.

Graag vermeld ik ook nog dat hij samen met Perry Pierik in het midden van de jaren 1990 uitgeverij Aspekt in Soesterberg oprichtte. Het grootste deel van zijn boeken hebben er een nieuwe thuis gevonden.

Voor mij was Martin Ros een hele grote meneer uit het boekenvak, die zijns gelijke niet kende in Vlaanderen —met uitzondering dan van Gaston Durnez en Ludo Simons. Iemand voor wie ik dagelijks mijn denkbeeldige pet afnam. Telkens was het een genot om een brief van hem te mogen ontvangen, en een tijdlang wekelijks zijn radiopraatje op Selexyz te beluisteren. Het is een genoegen en een eer om hem, de Vlamingenvriend, hier als afscheid een eresaluut te mogen brengen.

Samen met Martin Ros en Gui van Gorp aan tafel


maandag 7 december 2020

Artikel over Oostfronter Coenraad van den Bossche

 Dezer dagen werk ik aan een artikel over de gewezen Oostfronter Coenraad (Conrad, Koenraad, Koen...) van den Bossche uit Oudenaarde, geboren in 1911. Hij was onder meer ook werkzaam op het secretariaat van het Vlaamsch Verbond van Frankrijk, waar hij bevriend was met abbé Jean-Marie Gantois. In 1942 woonde hij in Kooigem, gelegen in de omgeving van Kortrijk, bij zijn broer in. Van daaruit meldde hij zich in augustus als vrijwilliger voor het Vlaams Legioen en was hiermee de enige Oostfrontvrijwilliger uit het kleine Kooigem (achthonderd inwoners). Veel materiaal over hem is er niet bewaard gebleven. Zo weet ik niet eens wanneer en waar hij overleden is. Conraad leidde nogal een zwerversbestaan.

Het artikel is bestemd voor het heemkundig tijdschrift De Leiegouw, dat in het voorjaar van 2021 een speciaal nummer zal wijden aan collaboratie en verzet in de regio. 

maandag 30 november 2020

Affiche Tollenaere uitverkocht

 De nieuwe intekencampagne loopt sinds een week. Hierbij kan ik meedelen dat de Reimond Tollenaere-affiche, verschenen op vijftig exemplaren, al uitverkocht is. Een tweede oplage komt er niet. De oplage blijft beperkt tot deze vijftig gehandtekende en genummerde affiches. Het spijt me maar bestellingen hiervoor kunnen dus niet meer uitgevoerd worden.

vrijdag 20 november 2020

Met Reimond Tollenaere op reis en enkele herinneringen aan Willy Kuijpers

 Mijn nieuwe folder is uit, verwerkt en sinds donderdag op reis gestuurd. In het begin van volgende week zouden ze, aldus bpost, op hun bestemming aankomen. Benieuwd, alsook naar de reacties. Ik hoop dat mijn nieuw te verschijnen boek over Reimond Tollenaere (een herwerkte, ingekorte en aangevulde editie van de oorspronkelijke biografie van 1996) en de brochure over de naoorlogse Oostfrontersverenigingen het goed zullen doen in deze coronatijden. Naar verluidt, zouden de Vlamingen tijdens de lockdown meer lezen. Het is ook niet evident om in deze tijden een nieuw boek de wereld in te sturen zonder enige steun of belangstelling van de boekhandels. Ik schrijf nu eenmaal geen blitse romans, keuken-, tuin-, sex- of kookboeken. Benieuwd dus.

Intussen overleed een paar dagen geleden Willy Kuijpers. Regelmatig zagen we elkaar en praatten we bij. Meestal gebeurde dat in het kader van allerlei ADVN-ontmoetingen. Ten tijde van mijn periode bij het tijdschrift Nieuw Vlaanderen waren de contacten intens te noemen, en dat in het gezelschap van Carlos van Louwe en Walter Luyten. Naarmate het uur vorderde en de lege wijnflessen zich naast Walter ophoopten, lastte hij meer dan eens een zangstonde in. Onze brave buren lieten begaan. Onvergetelijke tijden waren dat.

woensdag 4 november 2020

Hitlers utopia

 Tijdens de afgelopen dagen las ik het boek Hitler's Northern Utopia: Building the New Order in Occupied Norway van de Amerikaanse architect-historica Despina Stratigakos. Een gedegen boek volledig gebaseerd op nieuw bronnenonderzoek. Na de eindoverwinning was Hitler van plan om van Noorwegen een modelstaat bij uitstek te maken van zijn Groot-Germaanse Rijk. In zijn ogen waren de Noren de gedroomde voorbeelden van het Arische ras. Steden als Trondheim en Kristiansand zouden aan de hand van de richtlijnen van de Führer door onder meer Speer volledig herbouwd dienen te worden, en trekpleisters van de Nieuwe Orde-architectuur worden. Opvallend hierbij is dat de niet-Arische Lappen op hun oorspronkelijke plaatsen mochten blijven wonen. Van hen konden zijn soldaten immers leren hoe te overleven in de barre koude.


maandag 19 oktober 2020

Allerhande

 Het feit dat ik heel wat minder op mijn blog publiceer dan enige tijd geleden, heeft alles te maken met de veranderingen die gebeurd zijn aan het blogsysteem zelf. De opmaak is volledig nieuw en als digitale analfabeet is het voor me er dus niet makkelijker op geworden. Integendeel! Allerlei nieuwe regeltjes werden ingevoerd die nu niet bepaald uitnodigend zijn om ermee te werken. In de toekomst zal ik nog wel berichtjes opmaken maar dan eerder korte. Ook zullen er minder illustraties verschijnen. Dat is nog moeilijker geworden, alsof die systeembeheerders er hun plezier in vinden om het de gewone gebruikers extra moeilijk te maken.

Dan is er nog corona die boekvoorstellingen schier onmogelijk maken, en bezoeken aan tentoonstellingen en andere uitstappen zoveel mogelijk verhinderen.

Intussen werk ik volop aan mijn Dwarsliggers. Uit mijn driehonderd tot nu toe gepubliceerde biografische bijdragen, artikels... heb ik er een zeventigtal geselecteerd om in het boek opgenomen te worden. Alles samen zal het boek een goede zeshonderd pagina's tellen met tal van illustraties. Het boek zal integraal in vierkleurendruk verschijnen. Publicatie is voorzien voor de herfst van 2022.

zondag 27 september 2020

Cyriel Moeyaert is niet meer


Vrijdagavond, 25 september is Cyriel Moeyaert overleden in een rusthuis in Poperinge. In mei ll. kon hij in beperkte (corona!) kring nog zijn honderdste verjaardag vieren. Daarmee is een icoon uit de Frans-Vlaamse beweging heengegaan.

Persoonlijk heb ik aan Cyriel heel veel te danken. Hij leerde me niet alleen Frans-Vlaanderen kennen maar bracht me tevens in contact met heel wat toenmalige Vlaamse figuren. Ook zegende hij samen met Gijs van Rijckegem in 1987 ons huwelijk in. Hij was steeds een joviale man die gastvrij als geen ander was. Je kon op moeilijke momenten ook steeds op hem rekenen. Bij een goed glas wijn voerden we menig diepgaand gesprek.

De foto die hierbij afgebeeld staat, dateert nog uit gelukkige tijden toen hij de pastoorswoning van Sint-Jan-ter-Biezen bewoonde. Links zit onze goede vriend Wido Bourel.

vrijdag 18 september 2020

Vooruit met de geit!

Ja, het is weer een tijdje geleden. Ik zat een tijdlang zonder inspiratie. Een nagenoeg volledig sociaal isolement lag hieraan ten gronde. Omwille van het feit dat mijn echtgenote aan een chronische ziekte lijdt, is zij een risicopatiënte, en dien ik ook mijn contacten te beperken tot een kleine bubbel. Het leven met corona is voor een groot deel van onze bevolking een dagelijkse last om dragen. 

Ik kan toch ook moeilijk verslag uitbrengen van alle boeken die ik lees. Trouwens recensies van een groot deel van mijn lectuur kunt u lezen op de webstekken van Kunsttijdschrift Vlaanderen en DoorbraakBoeken.be. Zo ben ik thans voor mijn plezier het prachtige boek van Richard Holmes, een van mijn lievelingsbiografen, This Long Pursuit: Reflections of a Romantic Biographer, waarin hij herinneringen ophaalt aan zijn leven als biograaf.

Begin oktober vat ik het werk aan van mijn Dwarsliggers. Hierin zal ik een selectie opnemen van mijn in tijdschriften, themabundels, jaarboeken, huldeboeken... verschenen biografische artikels, opstellen, lemma's en profielen. Ze verschenen zowel in publicaties in Noord en Zuid. Het is de bedoeling dat de geselecteerde bijdragen allen aangevuld en geactualiseerd zullen worden. Nu al wil ik laten weten dat het boek een 'dikkerd' zal worden.

Gisteren konden Ann en ik, aangepast aan de strenge coronaregels, genieten van een dagje aan zee in Oostduinkerke. Voldoende om onze hersenen en bloedvaten te vullen met zuurstof en jodium. En nu vooruit met de geit!

donderdag 13 augustus 2020

Woestijnhitte

 Tijdens deze bijzonder hete dagen waarbij we met woestijnachtige temperaturen geconfronteerd werden en worden, diende ik mijn werkzaamheden op een laag pitje te draaien. Ik kan immers niet tegen de warmte. Wat mij betreft, dienen de temperaturen zich maximaal tot 23°C te beperken. En een dagelijkse bui is ook wel welkom, zodat er geen tijd verloren gaat naar het besproeien van de tuin.

Meer dan lezen en het schrijven van recensies en enkele korte artikels voor Doorbraak.be en Kunsttijdschrift Vlaanderen heb ik deze maand dan ook niet gedaan. Meer zat er niet in. Thans hou ik me bezig met het schrijven van een klein opstel over de 18de eeuwse Franse misantroop Nicolas Chamfort. Een dwarsligger naar mijn hand. 

zondag 26 juli 2020

Jan Verroken overleden

Tijdens een Vindevogel-herdenking in Wortegem-Petegem (Foto Wevako)
Met de op 24 juli ll. op de Bijbelse leeftijd van 103 jaar overleden Jan Verroken had ik herhaaldelijk contact. Vooral toen ik aan mijn Leo Vindevogel-biografie werkte. Ik had toen enkele langere ontmoetingen met hem in het gezelschap van Remi de Vis (1926-2011). Jan Verroken had maar een half woord nodig om een tientallen minuten tellend exposé af te steken. Officieel volgde hij als CVP-mandataris Vindevogel op als volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Oudenaarde-Ronse. Hij was een van de weinige politici van die partij die Vindevogel door dik en dun bleef verdedigen, en dat in een tijd dat de CVP niet meer aan de gewezen oorlogsburgemeester van Ronse herinnerd wenste te worden. Jan Verroken wijdde ook tientallen pagina's aan leven en werk van zijn voorganger. Hierover zult u echter niets lezen in de politiek correcte media, als ze al een in memoriam publiceren.
In het gezelschap van een gewezen vriend nam ik hem ook lange vraaggesprekken af. Tot een publicatie hiervan is het nooit meer gekomen.

dinsdag 14 juli 2020

Haatprediker

Het woord 'haatprediker' sloeg oorspronkelijk op extreme moslims en imans die haat predikten en nog altijd prediken tegen het Westen, de westerse beschaving en het katholicisme. Na verloop van tijd werd het woord hier te lande misbruikt door linkse activisten en dito media.
Een mooi voorbeeld hiervan is het opiniestuk dat de gewezen BRT-journalist Marc van de Looverbosch gisteren in de krant De Standaard publiceerde. Hij heeft het daar over "En het waren geen goedgelovige pastoors die opriepen om aan het oostfront te gaan vechten tegen het goddeloze bolsjewisme. Het waren haatpredikers". Het staat daar 'haatpredikers'. Ja, goed maar tegen wie? Zeker, zij predikten haat tegen het communisme. Wat is daar nu verkeerd aan, tenzij Marc van de Looverbosch een aanhanger van het communisme is? Zowat de hele toenmalige katholieke kerk predikte haat tegen het communisme. "Rome of Moskou" luidde de boodschap. Vlaams-nationale priesters als Jozef van Opdenbosch, Cyriel Verschaeve, de paters Callewaert en Stracke, Modest van Assche... deden dat. Zoals heel wat moslims thans haat prediken tegen het Westen, predikten katholieke en andere priesters toen haat tegen het communisme.
Anti-Vlamingen misbruiken vandaag maar al te graag het woord om hun haat en afkeer tegen de Vlaamse Beweging en het Vlaams-nationalisme te spuien. Daarom hanteren ze het woord 'haatpredikanten' als ze het over Vlaamsgezinde priesters hebben. Vandaar dan ook het 'haatartikel' van Marc van de Looverbosch tegen 11 juli.

zondag 12 juli 2020

Andrej Hlinka

Na mijn biografisch opstel over Jozef Tiso schreef ik dit weekeinde een artikel over priester Andrej Hlinka (1864-1938). Hij was een van de eerste en meeste bekende Slowaakse nationalisten, en lag mee aan de basis van het Slowaakse autonomiestreven binnen Tsjechoslowakije (1918-1939). Tevens was hij de bijzonderste leermeester van Jozef Tiso. Hlinka zorgde op zijn ziektebed ervoor dat deze laatste tot zijn opvolger benoemd werd. Terwijl Hlinka zich vooral richtte tot de Slowaakse fabrieksarbeiders, zocht Tiso in de eerste plaats zijn aanhang onder de boeren en de bedienden.
Mijn eerder beknopt artikel -ik diende mij te beperken tot een opgelegd aantal woorden- over priester Hlinka zal verschijnen op doorbraak.be. Zo voltooide ik mijn tweeluikje over deze twee prominente Slowaakse nationalisten.

woensdag 1 juli 2020

Lode Wils (2)

Vandaag staat mijn lezersbrief in verband met het interview van Lode Wils over Leo Vindevogel in het nieuwe nummer van Knack. Grote stukken van mijn blogstukje werden erin opgenomen.

dinsdag 23 juni 2020

De mythe Lode Wils

De hoogbejaarde maar nog steeds vinnige professor Lode Wils heeft weer eens van zich laten horen. Naar aanleiding van een 'nieuw' boek Op zoek naar een natie: het ontstaan van Vlaanderen binnen België gaf hij een interview aan Walter Pauli (Knack, 17 juni 2020). Het boek is vooral een compilatie van eerder verschenen werk met hier en daar een aanvulling. Maar dit stukje is alvast niet bedoeld als een recensie.
Eerst: met Lode Wils kon ik al menig aangenaam gesprek voeren. Maar als er over het Vlaams-nationalisme gesproken wordt dan steigert hij, en staat ie op zijn gelijk. Voor hem is het Vlaams-nationalisme een etterbuil dat zo vlug mogelijk weggesneden dient te worden. Daar valt volgens hem niets goeds van te verwachten. In een andere publicatie schreef hij ooit dat wanneer de Vlaams-nationalisten aan de macht zouden komen, we hier Joegoslavische toestanden zouden kennen. Nu tot zover deze door Lode Wils gecreëerde mythe.
In het interview met journalist Pauli verwijst Wils ook naar mijn biografie over Leo Vindevogel. Ik heb het daar inderdaad over een "gerechtelijke moord" en een 'showproces'. Maar dat was het ook. De oorlogsburgemeester van Ronse stond er voor een jacobijnse volksrechtbank dat maar een straf kende: de doodstraf. Heeft de gewezen Leuvense professor ooit het door Jan Verroken uitgebrachte stenografisch verslag van dat proces gelezen? Las hij ooit de vele artikelen van wijlen journalist Louis de Lentdecker over het proces Vindevogel? Ik neem aan van niet. Anders zou hij niet beweren dat Vindevogel de doodstraf kreeg omdat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog soldaten ronselde. Neen, daarvoor kreeg hij niet de doodstraf.
De communistische weerstand van Ronse en omgeving eiste zijn kop, en de toenmalige katholieke partij, de CVP, met mannen als Gaston Eyskens en Frans van Cauwelaert -de 'lieveling' van Wils- lieten Vindevogel als een baksteen vallen. Hij werd letterlijk opgeofferd om de rust in de regio te doen weerkeren. De uit Buchenwald teruggekeerde socialistische vooroorlogse burgemeester van Ronse, Eugène Soudan bewoog hemel en aarde om het vel van Vindevogel te redden. Tevergeefs. De CVP toonde geen interesse. Alle details met bronvermelding staan in mijn biografie vermeld. Ook de jurist en professor Hendrik Vuye, die de biografie in september 2013 in Ronse voorstelde, bevestigde de thesis dat Vindevogel gerechtelijk vermoord werd.
De voormalige ACW-man, die Wils ooit was, wil maar niet toegeven dat Vindevogel door zijn partij onheus behandeld werd.
Kortom. Lode Wils die er nog steeds prat op gaat dat hij een lange reeks Vlaams-nationale mythes bestreden heeft, creëert graag zijn eigen mythes; als hij het niet eens is met bepaalde feiten die indruisen tegen zijn katholiek belgicisme, dan is hij de spreekwoordelijke struisvogel die zijn kop in het zand steekt.

maandag 15 juni 2020

Jozef Tiso

Door omstandigheden -mijn pc diende een onderhoudsbeurt te krijgen en de daarmee gepaard gaande moeilijkheden bij de heropstart- kon ik mijn blog niet verzorgen. Hopelijk zijn deze thans van de baan. Intussen heb ik niet stilgezeten. Naast enkele recensies schreef ik een uitgebreid biografisch opstel over monseigneur Jozef Tiso, de eerste president van Slowakije (1939-1945). De bijdrage zal in het najaar verschijnen bij uitgeverij Aspekt, in een bundel met als voorlopige titel "Kleine potentaten in het interbellum". Zo zullen ook de leiders van de Baltische staten, Oostenrijk, Finland, Joegoslavië, Albanië... aan bod komen. Figuren die tot op heden nog maar weinig aan bod kwamen.
Deze week begin ik aan mijn brochure over de naoorlogse Oostfrontersverenigingen in Vlaanderen te werken. Het zal het laatste deeltje zijn dat in de Altringer-reeks zal verschijnen.

woensdag 27 mei 2020

Abbeville 1940 - 2020

In het laatste nummer van het Duitse conservatieve weekblad Junge Freiheit (nummer van 15 mei 2020) staat er een artikel over het lot van de groep van Joris van Severen en gezellen, die naar Abbeville gedeporteerd werden. Op 20 mei 1940, thans tachtig jaar geleden, werden 21 mensen van deze groep op 'grauenhafter' wijze vermoord, onder wie ook Joris van Severen en zijn vertrouwensman Jan Ryckoort.
Het artikel van de hand van Hans-Jürgen Wünschel bevat een neutrale beschrijving van de lijdensweg van deze groep Europeanen (21 Belgen, 18 joden, 14 Duitsers, 6 Nederlanders, 3 Luxemburgers, 9 Italianen, 1 Fransman, 2 Zwitsers, 1 Spanjaard, 1 Deen, 1 Oostenrijker, 1 Tsjech en ook 1 Canadees), en de vervolging van hun moordenaars.
Het waren eenheden van de 57ste Duitse infanteriedivisie onder Generalleutnant Oskar Blümm die de slachtoffers aan de kiosk van Abbeville vonden.

maandag 18 mei 2020

Vlaamse DRK-zusters in de belangstelling

Met vertraging ontving ik het laatste nummer van het non-conformistische tijdschrift The Axis Forces van februari 2020. Het Engelstalige tijdschrift (drie of vier nummers per jaar) verschijnt sinds 2017 en is volledig aan de As-strijdkrachten en hun bondgenoten gewijd.
Het laatste nummer (nr. 13) bevat onder meer een artikel van ruim twintig pagina's, volledig gewijd aan de vrijwilligsters die dienst deden bij het Deutsches Rotes Kreuz (DRK) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het artikel van de hand van Andrei Samcevich wijdt vooral aandacht aan de Noorse, Nederlandse en Vlaamse meisjes die zich als vrijwilligster opgaven. Ik las onder meer dat de Vlaamse meisjes en jonge vrouwen het grootste contingent vrijwilligers uit de Germaanse landen (Duitsland uiteraard niet meegerekend) vormden. De meeste waren tussen de twintig en de vijfentwintig jaar. In het kort worden ook de frontbelevenissen van Lucie Lefever, Martha Clement en Maria van Aerden (zie ook mijn Leesfolder nr. 5) geschetst. Voor het overige niets dan lof voor het artikel. Het blijft echter wachten op een monografie over de Vlaamse DRK-Schwester.

dinsdag 12 mei 2020

Vlaamse vrijwilligers in film 'Kolberg'

De Vlaamse 'Kolberg'-grenadiers. Wim Leys staat tweede van rechts
Op 30 januari van dit jaar was het 75 jaar geleden dat de monumentale Duitse film Kolberg zijn eerste uitstraling kende. Het was de duurste film ooit uit de Duitse filmgeschiedenis met duizenden figuranten. Deze historische film vertelde het verhaal van de belegering van de Pommerse havenstad Kolberg in 1807 door napoleontische troepen. Voor Goebbels, die van meet af aan de filmproductie gesteund had, was Kolberg een uitstekend gemaakte propagandafilm, bedoeld om de laatste reserves voor de "totale oorlog" te mobiliseren. De film werd in de zomer en de herfst van 1944 gedraaid.
De mythe wil ons nog steeds doen geloven dat om de nodige figuranten te bekomen, hiervoor duizenden soldaten van het front teruggetrokken werden. In waarheid betrof het soldaten die nog in opleiding waren of deel uitmaakten van allerhande reserve-eenheden.
Ook enkele Vlamingen maakten als figurant deel uit van de filmbezetting. Het waren Vlaamse vrijwilligers die behoorden tot het SS-Jagdverband D (sabotage en infiltratie) waarvan SS-Sturmbannführer Otto Skorzeny de leiding in handen had. Deze eenheid bevond zich nog in volle opleiding in de streek van Friedenthal nabij Oranienburg. Een van deze vrijwilligers was de Antwerpenaar Wim Leys. In september kregen hij en zijn kameraden te horen dat ze zich naar de tv-studio's dienden te begeven, waar ze in uniformen van het Pruisische leger uit het begin van de 19de eeuw gestoken werden en in de ware zin van het woord gedurende een aantal weken
soldaatje dienden te spelen. Ook Skorzeny was persoonlijk op de filmset aanwezig.
Toen de film in de maanden februari-maart 1945 in de Duitse bioscopen draaide, was een flink deel van Pruisen al door de Sovjet-Russen bezet. De stad Kolberg was grotendeels verwoest, en kon in tegenstelling tot 1807 niet meer gered worden van de ondergang. Thans is ze in Poolse handen.
Na zijn keiharde opleiding werd Wim Leys niet ingezet bij de SS-Jagdverbanden maar gemuteerd naar de 'Langemarck'-divisie.
Bron: DMZ-Zeitgeschichte, 2020, nr. 44.

zaterdag 9 mei 2020

De Boekenschouw van het Nieuwe Europa

Door het coronavirus worden de mensen verplicht om meer thuis te zijn. In feite voor mij geen probleem. Hierdoor kan ik naast mijn schrijftaken meer tijd besteden aan lezen en plankzeilen op het oneindige internet, in de hoop iets interessants te vinden. Tijdens de afgelopen week was het weer eens zover.
Op een webstek vond ik het voor me tot dan volledige onbekende tijdschrift De Boekenschouw van het Nieuwe Europa. Wat zoekwerk leerde me dat het nieuwe orde-tijdschrift verscheen tussen november 1941 en juli 1942. Vanaf het najaar van 1942 werd het opgevolgd door De Schouw, waarvan de NSB'er Tobie Goedewaagen de hoofdredactie in handen had. Van De Boekenschouw verschenen er in totaal negen nummers. Hoofdredacteur was Maarten Ropine, pseudoniem van Maarten van Nierop. Ieder nummer, mooi verzorgd uitgegeven, staat barstensvol informatie over boeken die toen verschenen, ook Vlaamse auteurs als Stijn Streuvels en Gerard Walschap komen aan bod.
Verder zoeken leerde me dat geen enkele bibliotheek of instelling in Vlaanderen nummers van dat tijdschrift bezit. Ook in Nederland is het enkel aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek en op het NIOD.
Op de desbetreffende webstek werden acht van de negen nummers in uitstekende staat voor een niet al te democratische prijs te koop aangeboden. Ondanks de prijs, en na een korte beraadslaging met mijn echtgenote, heb ik onmiddellijk toegehapt. Zoiets zeldzaams mocht toch niet in mijn verzameling ontbreken. Ik ben dan ook van plan om er later in mijn Curiosa-reeks een uitgebreid artikel aan te wijden. Ik wilde u, lezer, van het bestaan van het tijdschrift alvast op de hoogte brengen.

dinsdag 5 mei 2020

Remi Bogaert geleverd en verzonden

Gisteren rond het middaguur werden de exemplaren van mijn nieuw boek Remi Bogaert: geloven in een heilige zaak (mijn 63ste!) geleverd. Gistermiddag en vandaag alle bestelde exemplaren verzendingsklaar gemaakt zodat ze morgen op de post kunnen. Wanneer ze geleverd zullen worden, ligt in handen van bepost. Daar zeiden ze me dat alles binnen de veertien dagen besteld zal worden. In deze coronatijden is de verzending van pakjes immers explosief toegenomen. Nu uitkijken maar.
Intussen werk ik al aan mijn volgende boek.

donderdag 16 april 2020

Onderweg

Vanmorgen brachten Ann en ik de nieuwe boekenfolders naar de Masspost in Marke. Makkelijk was het niet. Ann nam een lading mee in haar elektronische rolstoel en ik sleurde de rest mee in onze winkeltrolley. Sinds we geen auto meer hebben, kon ik hiervoor beroep doen op een vriend maar in deze enge coronatijd kan dat niet. Nu alles is goed en wel afgelopen. De folders zijn afgeleverd en goedgekeurd. Tegen eind volgende week zou iedereen zijn folder in de bus moeten gekregen hebben.
Daarna is het afwachten geblazen op reacties en hopelijk voldoende bestellingen om uit de kosten te geraken. Ik heb ze nu op de post gebracht omdat het wachten op betere tijden nog wel een poos kan duren.
Thans werk ik aan mijn boek over Reimond Tollenaere, 'vader' van het Vlaams Legioen.

woensdag 25 maart 2020

Duitse ansichtkaart Nieuport - Nieuwpoort

Onlangs kon ik de hand leggen op een Duitse ansichtkaart getekend door 'Fischer'. Meer uitleg over de tekenaar verschaft de prentkaart niet. Ze is door de Feldpost afgestempeld op 30 oktober 1940 en verzonden door een soldaat naar zijn "Liebe Eltern".
Intrigerend is wel dat de kaart een Duitse infanterist met een schild voorstelt waarmee hij zich beschermt tegen een aanrollende zeegolf. Meer: onderaan staat duidelijk 'Nieuport' geschreven en linksboven staat het monument van koning Albert I in Nieuwpoort afgebeeld. Het is de eerste maal dat ik deze ansichtkaart zag, en ook de reden waarom ik ze kocht.
Hamvraag is nu of er meer van dergelijke kaarten tijdens de bezetting 1940-1944 verschenen die gewijd werden aan Vlaamse steden?

vrijdag 13 maart 2020

Tentoonstelling Gebroeders Van Eyck

Gisteren bezochten Ann en ik de spraakmakende tentoonstelling gewijd aan Jan en Hubert van Eyck in het Museum voor Schone Kunsten in Gent.
De tentoonstelling is inderdaad de moeite waard. Het is een bad van pracht en praal waarin je terecht komt. Dankzij de gehandhaafde tijdsblokken was er nergens aandrang en kon ook Ann vanuit haar rolstoel alles rustig bekijken vanop de eerste rij. Sommige schilderijen moet je inderdaad van dichtbij kunnen bekijken gezien het kleine formaat ervan.
Vooral Jan van Eyck was een voortrekker en vernieuwer van de schilderkunst in zijn tijd. De details zijn overweldigend. Zijn portretten zijn verpletterend realistisch. Bij het zien van al dat moois bedenk je dan dat het grootste deel van zijn oeuvre verloren gegaan is.
Op de tentoonstelling was er ook werk van tijdgenoten, onder meer van Italiaanse meesters, te zien. Zonder meer, en dat niet uit patriottistische overwegingen, zijn ze allen de mindere van Jan van Eyck.
Ons bezoek aan de museumwinkel was dan weer een teleurstelling. Zelf ben ik een liefhebber van mooie bladwijzers maar die waren er niet. Helemaal geen Van Eyck-bladwijzers. Dominius Lampsonius tekende een prachtig portret van Jan van Eyck. Het origineel ligt op de tentoonstelling maar een prentkaart was niet voorradig. Een misser.
Er waren heel wat voorzorgsmaatregelen tegen het coronavirus. Dagelijks bezoeken honderden mensen de tentoonstelling. Sinds vandaag is ze echter niet meer toegankelijk en dat voor onbepaalde tijd. Jammer voor al die mensen, onder wie vele niet-Vlamingen, die thans in de kou moeten staan.

zondag 8 maart 2020

Woke

De opinieschrijfster en journaliste Mia Doornaert is een van de belangrijkste intellectuelen in Vlaanderen. Samen met Rik van Cauwelaert behoort ze tot mijn absolute favorieten.
Onder de titel Generatie watjes schreef ze haar wekelijkse donderdag-column in De Standaard (5 maart). Tussen haakjes denk ik dat deze krant een dergelijke column door iemand anders geschreven zonder veel omhaal zou weigeren. Omwille van de omzet (kassa, kassa) kan De Standaard Doornaerts opiniestukken echter niet weigeren. Ik ken toch wel wat mensen die de krant op donderdag speciaal kopen omwille van haar column. Daarnaast is er uiteraard ook haar decennialange redactionele medewerking aan de krant geweest.
Haar laatste artikel is tevens een bijzonder werkstuk. Het is een afrekening met de politiek correcte domheid, dat nu de hippe naam van 'woke' kreeg. Ik breng hieronder enkele citaten uit het betreffende stuk om haar mening weer te geven. Daarbij is zij helemaal geen roepende in de woestijn.
"De BBC zal romans herschrijven om te verhullen dat Engeland ooit 'wit' was. Het is al erg genoeg dat de jonge generaties steeds minder lezen, dat ze geen behoorlijk geschiedenisonderwijs meer krijgen. Voor zover ze ooit nog eens een meesterwerk 'van voor hun tijd' onder ogen krijgen, moet daar eerst politiek correct mee gerotzooid worden".
"Jongeren die nu aan de weg timmeren, willen niet, zoals in mei '68, 'verbieden te verbieden', maar zo veel mogelijk mensen de mond snoeren. Omdat ze veel te weinig kennis en cultuur meekregen, kunnen ze niet meer reageren met argumenten".
"Want wie fout denkt, wordt vervloekt. Ook in de mobilisatie voor het klimaat, op zich prijzenswaardig, is er een fanatiek simplisme, zoals belichaamd door Greta Thunberg".
Daarnaast breekt Mia Doornaert een lans voor de militant atheïstische Franse schrijfster Caroline Fourest, bekend door haar keiharde islamkritiek, die deze maand onder de titel Génération offensée een pittig pamflet liet verschijnen waarin ze de onverdraagzaamheid van de woke-dictatuur aanklaagt. Hopelijk wordt het boek ook in het Nederlands vertaald.

woensdag 26 februari 2020

Schande!

Er zijn ernstige plannen in de maak dat de Centrale Bibliotheek van de Leuvense universiteit minder papieren boeken en zoveel mogelijk digitale e-books zal aankopen. Schande! Dat voorstel staat centraal in een toekomstnota van de zogeheten Campusbibliotheekraad Humane Wetenschappen, die werd opgesteld op vraag van het bestuur van de KU Leuven.
Men wil hierbij zoveel mogelijk boeken uit de kasten bannen en afvoeren om ruimte te scheppen voor studenten. In het voorstel staan digitalisering en centralisering centraal. Blijkbaar vindt de raad dat de aanwezigheid van een fysiek boek niet meer nodig is van zodra het gedigitaliseerd is. We moeten mee zijn met onze tijd, luidt het er. Tot nu toe protesteerden enkel de faculteiten Wijsbegeerte, Theologie en Rechtsgeleerdheid.
In welke naargeestige tijden leven we toch dat zelfs een aantal lieden met zware academische titels het niet meer nodig achten, dat hun universiteit een bibliotheek bezit en ook koestert.

dinsdag 18 februari 2020

Karstjäger verschenen

Vandaag bezorgde DHL me drie dozen met daarin mijn 62ste boek; ditmaal gewijd aan de Karstjäger: de korte geschiedenis van de 24. Waffen-SS-Gebirgsbrigade.
Het is vanaf vandaag te koop. De prijs bedraagt bij mij 15 euro plus verzendingskosten. Voorlopig is dat mijn laatste boek gewijd aan een militaire eenheid of operatie. Wel zal ik nog artikels over het onderwerp publiceren onder meer in Bulletin Tweede Wereldoorlog.

dinsdag 11 februari 2020

Bladwijzers Karstjäger

Ter gelegenheid van het verschijnen (binnenkort) van mijn tiende boek bij uitgeverij Aspekt bezorgde uitgever Perry Pierik me een setje van vier verschillende bladwijzers met illustraties, die verband houden met het betreffende feestboek Karstjäger. Het was voor me alvast een aangename verrassing.
Eenieder die het boek aankoopt zal twee van deze bladwijzers cadeau krijgen. Bij de aankoop van een ander boek ontvangt hij of zij een bladwijzer naar keuze, en dat zolang de voorraad reikt.

maandag 10 februari 2020

Franz Josef Strauss

Mijn boek over Remi Bogaert, Oostfrontvrijwilliger uit Bambrugge, is sinds eind vorige week klaar en zit nu bij de opmaakster.
Momenteel werk ik aan een biografisch getint opstel over Franz Josef Strauss (1915-1988), een van de belangrijkste politieke grondleggers van de naoorlogse Duitse bondsrepubliek. In juni 1980 woonde ik een politieke meeting van hem bij in Keulen. Het ging er toen hevig aan toe. Strauss was toen kandidaat-kanselier tegen de zittende Kanzler Helmut Schmidt.
Het opstel is bestemd voor het vierde deel van het jaarboek Koude Oorlog.

zondag 12 januari 2020

Remi Bogaert, Oostfronter

Op Nieuwjaarsdag ben ik begonnen met het schrijven van een nieuw boek; ditmaal gewijd aan Remi Bogaert een van de eerste Vlaamse officieren die afstudeerde aan de Junkerschule van Bad Tölz, en in maart 1944 in de Oekraïne sneuvelde.
Indien alles vlot verloopt zal het boek in de loop van de maand mei verschijnen.