Posts tonen met het label Repressie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Repressie. Alle posts tonen

vrijdag 11 april 2025

Oostfronter Dries Coolens


In het boek Wilhelmus beschrijft Tim Berbers zijn zoektocht naar het verleden van zijn grootvader die in Nederland vrijwilliger bij de Waffen-SS was. Zelf had Wilhelmus Berbers met niemand over zijn verleden willen praten. Het is het verhaal van een moeizame reconstructie. Vele vragen blijven onbeantwoord. Onder meer vocht hij aan de rivier de Narwa, de grens tussen Estland en het huidige Rusland, en werd er in de zomer van 1944 gevangen genomen. Een van de zegsmannen van Tim Berbers was de inmiddels overleden Vlaamse Oostfronter Dries Coolens (1923-2021). Tim zocht hem in december 2019 op in het Duitse Metzingen waar hij het grootste deel van zijn leven woonde.
Het gesprek neemt in het boek 32 pagina's in beslag. Voor Oostfront-verzamelaars en belangstellenden beslist het lezen waard. Het boek Wilhelmus. Mijn grootvader bij de Waffen-SS werd bij De Arbeiderspers uitgegeven, telt 310 blz. en kost 24 euro.

zondag 1 december 2024

Voorstelling boek Jef François


 Vrijdagavond, 29 november vond in Zaal Trapsoet in Sint-Niklaas de voorstelling plaats van mijn boek Met Jef François aan het Oostfront. Het Ruslanddagboek van een officier van het Vlaams Legioen.

Er waren ruim 105 aanwezigen. Eenieder was tevreden en het was haast middernacht toen de laatste aanwezigen huiswaarts keerden met een boek. Hierbij vindt u enkele impressies in beeld. Met dank aan FDK en KDR.















woensdag 18 september 2024

Operatie Zwarte Tulp 1946

Na de Tweede Wereldoorlog moesten niet alleen collaborateurs het in Nederland ontgelden. Wraakgevoelens werden er geuit tegenover alle Duitsers, zelfs tegen die mensen die er al decennialang woonden. De Nederlandse regering besloot hen allen het land uit te zetten. Op 11 september 1946 ging hiertoe Operatie Zwarte Tulp (Black Tulip) van start.

Gelukkig kwam er meteen kritiek los. In de eerste plaats van de katholieke kerk, die vond dat het beleid in strijd was met de christelijke naastenliefde. Ook de westerse geallieerden in de westelijke bezettingszones van Duitsland opperden grote bezwaren tegen het Nederlandse voornemen.

In het licht van alle onvrede werd het beleid iets bijgesteld. Duitse vrienden van Nederland en Duitsers die aan het verzet hadden deelgenomen, mochten blijven. Maar de geallieerden bleven weigeren en stelden aan de Nederlandse overheid harde voorwaarden. Een hiervan was dat Duitsers die uitgezet zouden worden een adres in Duitsland moesten hebben waar ze terecht konden.

Uiteindelijk werden 3691 Rijksduitsers uit het land gezet van de oorspronkelijk geplande 17.000. Op 26 juli 1951 werd de staat van oorlog met Duitsland beëindigd en waren Duitsers officieel geen vijanden meer van de Nederlandse staat. In elk geval was Operatie Zwarte Tulp geen daad waar de Nederlandse overheid veel eer voor kreeg.

(Bron: Historisch Nieuwsblad)

zaterdag 28 oktober 2023

Repressie in de Oostkantons

Kort na de Belgische capitulatie van 28 mei 1940 werden de Oostkantons (sinds 1919 Belgisch) terug bij Duitsland gevoegd. Het betrof de kantons Eupen, Malmedy en Sankt-Vith. De inwoners werden Duitse burgers met als gevolg dat enkele duizenden jonge mannen dienst deden bij de Wehrmacht. In totaal vochten 8700 Oostkantonnezen in de rangen van de Wehrmacht (inclusief Waffen-SS). Na de bevrijding van het Belgische grondgebied werden deze onvrijwillige soldaten door de Belgische repressiewetten als militaire collaborateurs vervolgd. Tegen bijna een vierde van de bevolking van de terug bij België ingelijfde Oostkantons opende het militaire gerecht een onderzoek naar collaboratie.

Van de 15.623 verdachten kwamen er 3201 voor de rechter. Het militaire gerecht maakte duidelijk onderscheid tussen de gedwongen inlijvingen van de Duitstalige Belgen en de vrijwillige dienstnemingen van Vlamingen en Walen. Ongeveer de helft (1503) werd gestraft, de rest ging vrijuit. In totaal werd 2,4 % van de bevolking van de Oostkantons veroordeeld wegens collaboratie met de vijand (die eigenlijk geen vijand was), of vier keer meer dan het Belgisch gemiddelde van 0,6 %. In 90,8 % van deze strafdossiers kregen de veroordeelden een gevangenisstraf van minder dan vijf jaar, maar tegen minstens tien bewoners werd de doodstraf uitgesproken. Deze doodvonnissen werden echter allen omgezet in levenslange dwangarbeid of hechtenis. 

Onder de begenadigden bevonden zich lokale mandatarissen van de NSDAP, een spion van de Geheime Feldpolizei en enkele medewerkers van de Sicherheitsdienst. Allen dankten ze hun leven aan het eerder late tijdstip waarop



hun zaak behandeld werd, en niet aan de specifieke context van de Oostkantons. In acht op de tien dossiers dateert het genadebesluit namelijk uit de jaren 1948-1951. Indien hun zaak vroeger behandeld was geworden, dan waren enkelen onder hen ongetwijfeld aan de executiepaal gestorven. 

Bron: De laatste 242. De terechtstelling van collaborateurs na de Tweede Wereldoorlog. Tielt, Lannoo, 2023, p. 34-35.

maandag 26 juni 2023

De "Criminele saken" van Jan Timmermans


Jan Timmermans (1901-1962) studeerde een tijdlang aan de Sorbonne in Parijs en in Berlijn. Als vrijzinnige behaalde hij zijn doctoraat in de rechten aan de Vrije Universiteit van Brussel. In 1926 vestigde hij zich als advocaat in zijn geboortestad Antwerpen. Hij werd gemeenteraads- en provincieraadslid voor Het Vlaamsche Front en was vanaf 1934 actief binnen het VNV, waarvoor hij als arrondissementsleider en gouwleider optrad. Bij de verkiezingen van april 1939 werd Timmermans tot volksvertegenwoordiger gekozen. Tijdens de bezetting was hij drie jaar lang (1941-1944) havenschepen. Begin 1944 werd zijn grootste ambitie waarheid: in opvolging van burgemeester Delwaide werd hij eerst waarnemend en vanaf 20 juli officieel burgemeester van de metropool. Timmermans was door en door een man van de Nieuwe Orde en trouwe VNV-gevolgsman. Hiervoor werd hij na de oorlog in september 1945 tot de doodstraf veroordeeld, ook in beroep en in cassatie. In 1951 werd hij omwille van zijn slechte gezondheidstoestand vrijgelaten.

Jan Timmermans was een gecultiveerd man. Frans van der Elst noemde hem in zijn in memoriam een "intellectueel van hoog gehalte, een waarachtig humanist, verstandelijk zeer begaafd" (Wij, 14 april 1962). Tijdens Timmermans' verblijf in de gevangenis vertaalde hij het belangrijkste boek van de 17de eeuwse Spaanse jezuïetenpater Balthasar Gracian, Handorakel en kunst der behoedzaamheid uit het Spaans. Het boek verscheen in 1950 bij de uitgeverij Die Poorte. Onder de naam van zijn echtgenote Lena Delen voorzag hij het boek van een accurate inleiding. Handorakel is een bijwijlen amoreel, machiavellistisch en cynisch geschrift. Het werd bijzonder gewaardeerd door onder meer Nietzsche en Voltaire. Schopenhauer vertaalde het boek in het Duits.

Daarna publiceerde Timmermans in 1961 in de reeks Vlaamse Pockets het boekje Van criminele saken ende quaede feyten. Ernst en zotternij in het oud recht. Het boekje kreeg als motto: "Een advocaat laat zich door beide partijen betalen". Zowel Elias als Van der Elst kregen een gesigneerd presentexemplaar aangeboden. In het eerste schreef de auteur als opdracht: "Voor Rik, dit lichte opusje" (datum 27 september 1961) en in het exemplaar bestemd voor Van der Elst: "Aan mr. Fr. van der Elst, in dankbare herinnering aan vele door hem bewezen diensten!" (datum 28 september 1961). Merkwaardig is tevens dat beide werken vermeld staan in de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (auteur Frans van der Elst) maar niet meer in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (auteur Bruno de Wever).

Met dank aan wijlen Wim van der Elst.

zaterdag 27 mei 2023

De Russische genocide van de Circassiërs

Op 29 mei 1864 verklaarde de Russische tsaar Alexander II dat de decennialange oorlog tussen de Circassiërs en Russen tot het verleden behoorde. De Circassiërs waren een bergvolk in het noorden van de Kaukasus, maar Rusland beschouwde hen als rebellen omdat ze zich niet vrijwillig lieten inlijven in het Russische rijk. De tsaar wilde het gebied innemen en weigerde Circassië of Tsjerkessië als onafhankelijke regio te erkennen.

Tijdens de slag bij Qbaada op 27 mei 1864 moesten de resterende Circassiërs het opnemen tegen een veel groter Russisch leger. De Circassiërs verloren deze veldslag, waarna de Russische troepen dorpen plunderden, alle vrouwen en meisjes tussen tien en tachtig jaar die ze in handen kregen, verkrachtten en/of vermoordden, landbouwgrond platbrandden, vee doodden en tienduizenden burgers deporteerden. Een deel van de Circassiërs werd
naar het Ottomaanse rijk verdreven. Een aantal krijgsgevangen genomen Circassiërs werd bij de kozakken ingelijfd. Een Russische volkstelling van 1897 telde nog 150.000 oorspronkelijke inwoners in het woongebied van de Circassiërs in Krasnador en de aangrenzende berggebieden van de noordelijke Kaukasus. Een halve eeuw eerden woonden er nog vier miljoen mensen. Deze periode kwam later bekend te staan als de Circassische genocide. Op 21 mei herdenkt de Circassische diaspora deze gebeurtenissen. Het leed hen aangedaan werd nooit erkend.

vrijdag 9 april 2021

Mark Grammens

 Sinds een tijdje ben ik doende met het schrijven van een ruim opgevat

Links Koenraad Elst, in het midden Els Grootaers (foto Herwig Vereycken)


biografisch artikel over journalist-uitgever Mark Grammens. Samen met enkele andere pennenridders werk ik mee aan een boek dat zal verschijnen naar aanleiding van de vijfde sterfdag van onze gewezen strijdvaardige journalist, die zijn onuitwisbare stempel zette op het geestelijke leven van Vlaanderen tijdens de tweede helft van de vorige eeuw. Het boek zal door uitgeverij DoorbraakBoeken komende herfst uitgegeven worden.

dinsdag 23 februari 2021

Nogmaals Leo Vindevogel

 In het laatste nummer van het Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis van 2020 analyseert de gerespecteerde directeur en historicus van het Soma, Nico Wouters het proces Leo Vindevogel - het artikel telt 35 blz. De ondertitel is veelbetekenend: Historische waarheid en beeldvorming over de repressie in Vlaanderen. De auteur stelt dat "puur juridisch is het onderzoek robuust en zijn de tegenargumenten zwak". 

Nico Wouters fileert op een zeer leesbare wijze het strafdossier tegen Vindevogel en merkt op dat de toenmalige strafrechters zich niets te verwijten hebben omdat er een solide bewijslast tegen de beklaagde Vindevogel bestond. Meer de beklaagde had zichzelf aan de galg gepraat vermits hij bij zijn standpunten (onder meer pro-Duitse gezindheid en het aangeven van verzetslui) gebleven was. Eigenlijk had hij zijn doodvonnis aan zichzelf te wijten vermits hij zichzelf onmiddellijk na de bevrijding bij de rijkswacht had aangegeven, en niet mee met zijn familie naar Duitsland gevlucht was. Indien hij een of twee jaar later voor de repressierechtbank had gestaan, dan zou hij er met een veroordeling van vijf of tien jaar vanaf zijn gekomen. Daarbij moeten we, aldus historicus Wouters, ook wijzen op de zwakke verdediging van Vindevogel. Zijn advocaten hebben niet het onderste uit de kan gehaald om zijn vel te redden. De Soma-directeur geeft wel toe dat "niet duidelijk is welke feiten nu uiteindelijk hebben doorgewogen" om hem tot de doodstraf te veroordelen, en is het proces "relatief snel" afgehandeld. 

Alle argumenten (onder andere het stenografisch verslag) die door de tegenpartij aangevoerd wo(e)rden om de oorlogsburgemeester van Ronse te verdedigen, worden door de auteur afgewimpeld als 'beeldvorming'. Ook mijn zorgvuldig gedocumenteerde Vindevogel-biografie ondergaat dat lot. Niet in het minst omdat ik het door wijlen Jan Verroken zorgvuldig opgestelde stenografisch verslag gebruikte en er geen kritische reflecties bij stelde. 

Wouters besluit op eerder sombere wijze: "Ik ben daarom sceptisch: dit artikel verlegt hoogstens een steentje. Geschiedschrijving zal de koers van een rivier niet meer veranderen wanneer de bedding van een beeldvorming is uitgegraven". Het is wel mooi gezegd/geschreven. Ik vraag me daarbij af waarom Nico Wouters in zijn monumentaal boek over de oorlogsburgemeesters uit 2004 met geen woord rept over Vindevogel? Hij had toen immers de uitzonderlijke gelegenheid om een en ander naar voren te brengen,
wat hij dus verzuimde. Een gemiste kans. 

Ere wie ere toekomt. Nico Wouters maakte voor zijn onderzoek gebruik van een bron die ik voor mijn biografie niet raadpleegde omdat ik het bestaan ervan niet wist: het Archief Correctionele Rechtbank van Oudenaarde dat zich in het Rijksarchief van Gent bevindt.

woensdag 1 juli 2020

Lode Wils (2)

Vandaag staat mijn lezersbrief in verband met het interview van Lode Wils over Leo Vindevogel in het nieuwe nummer van Knack. Grote stukken van mijn blogstukje werden erin opgenomen.

zaterdag 7 december 2019

Groot-Poperinge

Gisteravond op Sinterklaasdag woonde ik in Zaal Palace in Poperinge de voorstelling bij van het nieuwe boek van Kristof Papin "Collaboratie en repressie", of de vele gezichten van de bezetting tijdens Wereldoorlog II in Groot-Poperinge.
Zo'n 120 mensen woonden de voorstelling bij. Terwijl vriend Kurt de dooprede hield, beperkte ik mijn inbreng tot een kort slotwoord. Er was ook een kleine gelegenheidstentoonstelling te zien. Daarna vonden er tal van gesprekken en gesprekjes plaats met oude en nieuwe bekenden. Het boek telt 592 blz. en zal ik eerlang in een Antwerps weekblad bespreken.

woensdag 1 augustus 2018

Leo Frenssen: non-conformist en populist

Momenteel werk ik aan een beknopte biografie van Leo(nard) Frenssen (1880-1946) die achtereenvolgens communist, vakbondsman, trotskist, weer communist, flamingant, utopist, zelfstandig leurder, politicus en voor alles non-conformist was.
De uit Limburg afkomstige Frenssen vestigde zich al voor de Eerste Wereldoorlog in Antwerpen. Alleen in een stad als Antwerpen kon hij tijdens het interbellum gedijen en geleidelijk aan uitgroeien tot een populair personage. Vooral na zijn verrassende overwinning tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1938 bereikte hij met zijn Teknokratische partij het hoogtepunt van zijn populariteit. Met een fractie van zes man deed deze in alle opzichten merkwaardige Frenssen-partij haar intrede in de Antwerpse gemeenteraad. Later in april 1939 werd Frenssen ook nog tot volksvertegenwoordiger gekozen. Tijdens de bezetting hield hij zich gedeisd op de achtergrond. Maar na de bevrijding pleitte hij in de kamer onverschrokken voor mildheid jegens de talloze repressieslachtoffers (de "kleine garnalen") en steunde hij enkele families. Zoals tijdens het grootste deel van zijn leven was hij ook nu een roepende in de woestijn. Heel zijn leven was hij een pure idealist die streefde naar een geweldloze samenleving.
Op voorstel van uitgeverij DoorbraakBoeken schrijf ik thans een boek over leven en inzet van Leo Frenssen. Te verschijnen in het voorjaar van 2019.

donderdag 22 juni 2017

Doctoraat over René Victor

Gisteren in de late middag en vroege avond woonde ik de openbare doctoraatsverdediging bij van Jan Verstraete (geen familie!) over advocaat, flamingant en rechtsfilosoof René Victor. Het geheel duurde ietsjes meer dan twee uur en daarna volgde een verkwikkende receptie. Plaats van gebeuren was de aula van de Universiteit Gent in de Volderstraat. In de jury zetelden onder meer Jos Monballyu, Marcel Storme, Laurens Winkel en Bruno de Wever.
De promovendus, een kloeke zeventiger, verdedigde zijn proefschrift met verve. Terecht wees hij er op dat tot op heden de historiografie van de Vlaamse Beweging zo goed als geen aandacht aan René Victor besteedde. Zelfs in de recent uitgebrachte dikke biografie van Frans van Cauwelaert door Lode Wils wordt zijn naam niet vermeld. Toch had Victor een ruim aandeel in de vernederlandsing van het rechtswezen. Tijdens de repressiejaren behartigde hij zo'n 1500 strafdossiers. Victor was een hardwerkende studax die zichzelf maar weinig rust gunde. Mijn naamgenoot noemde hem terecht de "voedstervader van het Vlaamse rechtsleven".
Na een korte beraadslaging kende de jury meester Jan Verstraete met eenparigheid van stemmen hem de titel van doctor in de rechten toe. Nu maar hopen dat het proefschrift binnen afzienbare tijd tot een stevige biografie in boekvorm omgewerkt wordt. Voor mij was het alleszins een boeiende belevenis.

donderdag 25 mei 2017

Karel de Rycke, oorlogsburgemeester

De afgelopen twee maanden heb ik werk gemaakt van een biografische brochure over Karel de Rycke. Als vrijwilliger kwam hij als oorlogsinvalide uit de loopgrachten van de IJzer weer naar huis. Hij werd in Vlaanderen een van de pioniers van het kweken van kippen op grote schaal. Daarnaast was hij gewestleider van het VNV en tijdens de bezetting burgemeester van het Oost-Vlaamse Asper bij Gavere. Karel de Rycke was een overtuigd volksnationalist. Hij en zijn groot gezin kregen het tijdens de repressie zwaar te verduren. Zijn bedrijf en woning werden geplunderd en voor een groot deel vernield. Een aantal foto's in de brochure spreken duidelijke taal. Zelf leefde de gewezen oorlogsburgemeester een tijdlang ondergedoken. In afwezigheid ter dood veroordeeld, kon hij naar Ierland ontsnappen. Daar probeerde De Rycke in moeilijke omstandigheden een nieuw bestaan op te bouwen. Hij overleed echter in 1950 op amper 55-jarige leeftijd.
Ik schreef deze brochure in opdracht van de familie en kon beroep doen op een rijk gevarieerd archief. Het werkje bevat een reeks tot nu toe ongepubliceerde foto's en uittreksels uit persoonlijke brieven en documenten. Van de oplage bewaar ik slechts enkele tientallen exemplaren. Het overgrote deel van de oplage ging uiteraard naar de familie.
De brochure Karel de Rycke: burgemeester en pluimveehouder verscheen als nr. 8 in mijn Altringer-reeks, en telt 56 blz. in plaats van de gebruikelijke veertig. Langs deze weg bied ik ze hier te koop aan. De prijs bedraagt 6€ + 2,50€ verzendingskosten, samen dus 8,50€. U kan een exemplaar
 bekomen door storting van het bedrag op rekeningnummer BE64 4627 2867 9152 van P.J. Verstraete, 8500 Kortrijk met vermelding "Karel de Rycke".

zondag 30 april 2017

'Zwart' Vlaanderen

In de nieuwe programmabrochure van het NT-Gent lazen we een aankondiging dat onze wenkbrauwen deed fronsen. Het mij totaal onbekende gezelschap Action Zoo Humain bereidt een toneelstuk voor met als titel 'Amnes(t)ie'. Het, lezen we, "opent een aantal donkere pagina's van onze Belgische geschiedenisboeken: de Vlaamse collaboratie". Nog meer fronsten we onze wenkbrauwen toen we verder lazen dat de productie zou ontstaan in samenwerking met de hyper politiek correcte Gentse historici Bruno de Wever en Koen Aerts.
Over de eerste 'wetenschappelijke' historicus hoeven we verder geen uitleg te geven maar de tweede, leerling van de eerste, publiceerde begin 2014 een kritisch onthaald boek over de repressie. Het toneelstuk zal wellicht een lange hatelijke tirade en afrekening met collaborerend Vlaanderen worden, en dat meer dan zeventig jaar na afloop van de gebeurtenissen. Met wat houden die lui zich toch bezig! Vraag daarbij is of ze voor zo iets overheidssubsidies krijgen? En verrichten De Wever en Aerts hun adviesgevend werk in hun vrije uren of niet? Dat zou ik wel eens graag willen weten. Ach kom, we laten deze zaak rustig aan ons voorbij gaan, en proberen er ons niet aan te ergeren.

maandag 10 april 2017

Eerherstel voor oorlogsburgemeester

Neen, niet bij ons beste lezer. Hier is een eerherstel voor een oorlogsburgemeester nagenoeg ondenkbaar. Maar niet zo bij onze Noorderburen. Lees daarom onderstaand bericht.
Hendrik Vlug (1897-1968) was al voor de oorlog burgemeester van de gemeente Huizen. Hij bleef gewoon aan tijdens de oorlog om te vermijden dat bij ontslag hij door een NSB'er opgevolgd zou worden. Burgemeester Vlug hielp tijdens de bezetting onder meer een aantal joden uit zijn gemeente onderduiken. Toch werd het gerucht verspreid dat hij lid van Musserts NSB was. Dat was echter voldoende om hem na de oorlog, "hoewel niet echt fout", aldus het rapport van de zuiveringscommissie, als burgemeester van Huizen te schorsen.
Hendrik Vlug bleef wel zijn burgerrechten behouden en werd niet veroordeeld. Zo kon hij in 1949 burgemeester van Leerdam worden, en kon hij zonder een enkel probleem koningin Juliana in 1951 verwelkomen. Toch bleef er in Huizen een smet aan hem kleven. Het viel journaliste Bonnie Kriek-Okkema op dat tijdens de inhuldiging van de portrettengalerij van burgemeesters in 1995 in het gemeentehuis van Huizen, deze van Vlug ontbrak. Zij trok op onderzoek uit. Om een lang verhaal kort te maken bleek uit haar onderzoek dat de toenmalige gemeentesecretaris J. Groenestein 'zijn' burgemeester niet kon uitstaan, en alles deed om hem te bezwadderen. Een daaropvolgend gerechtelijk onderzoek kwam tot de conclusie dat onderzoekster Kriek-Okkema over de hele lijn gelijk had. Vlug had helemaal niets te maken met de NSB, noch met de SS. Hij was dus helemaal niet 'fout' onder de bezetting. Wel integendeel.
In Huizen werd hij volledig in eer hersteld. Tijdens het afgelopen weekeinde werd Vlugs geschilderd portret opgenomen in de burgemeestersgalerij van Huizen (bron Trouw, 5 april 2017). Stel je voor dat bij ons oorlogsburgemeester Leo Vindevogel in eer hersteld werd, en zijn portret opgehangen zou worden in de inkomhall van het stadhuis van Ronse. Ondenkbaar? Inderdaad!

zondag 8 mei 2016

Kaalscheren

Na het einde van de bezetting in mei 1945 werden in Nederland duizenden meisjes en vrouwen kaalgeschoren wegens omgang met de Duitse vijand. In tegenstelling tot bij ons verschenen er bij onze Noorderburen al enkele boeken over het onderwerp. Thans is er ook een tentoonstelling. Onder de titel "Geknipt voor de vijand: moffenmeiden door de ogen van omstanders" vindt er tot 21 augustus een tentoonstelling plaats in het Volksbuurtmuseum in Utrecht. Een aantal schrijnende foto's maken deel uit van deze unieke tentoonstelling.
Meer informatie bij rondleiding@gekniptvoordevijand.nl. De complete getuigenverslagen vindt u verzameld op www.gekniptvoordevijand.nl Bij ons zou een dergelijke tentoonstelling voorlopig nog ondenkbaar zijn.

dinsdag 19 april 2016

Jan Böhmermann, Duits satiricus

Op 31 maart ll. droeg Jan Böhmermann tijdens zijn satirische show Neo Magazin Royale op de Duitse zender ZDF een gedicht voor. Hierin noemde hij de Turkse president-dictator Erdogan een 'geitenneuker', iemand die graag naar 'Kinderpornos' keek en een personage dat "graag meisjes slaat". Zelf ben ik een groot voorstander van de absolute vrijheid van meningsuiting maar vond toch wel dat de 35-jarige Böhmermann op de grens verkeerde van satire en welvoeglijkheid.
Als gevolg hiervan riep Erdogan de Duitse ambassadeur op het matje en gaf hem een reprimande. Verder eiste hij dat het gedicht niet meer in de Duitse media aan bod kwam. Resultaat was dat het omgekeerde bereikt werd. Enkel liet het ZDF het gedicht van haar webstek verwijderen. Na hevige protesten werd het na 24 uur weer geplaatst.
Op 6 april werd bekend dat de openbare aanklager van Mainz -de stad waar het ZDF haar thuisbasis heeft- klacht had neergelegd omwille van paragraaf 103 van het strafwetboek. Deze paragraaf dateert van omstreeks 1906 en werd het laatst gebruikt door president Friedrich Ebert in het begin van de jaren 1920 tijdens de republiek van Weimar. Op 10 april schreef een Duitse krant dat de Turkse regering strafvervolging eiste van Böhmermann. De dag erop stelde Erdogan zich burgerlijke partij en beriep zich op die paragraaf. De satiricus dook onder en 'geniet' momenteel politiebescherming. De Turkse geheime dienst bezit immers in Duitsland een uitgebreid netwerk.
Na een hevig dispuut binnen de Bondsregering ging Merkel in op de eis van Erdogan en gaf ze haar toestemming voor een rechtsvervolging van Böhmermann. Merkel die de hielen van Erdogan aflikt, heeft hem immers broodnodig wil haar vluchtelingenbeleid een kans op slagen hebben. Daarvoor is ze zelfs bereid om in eigen land de
meningsvrijheid aan banden te leggen. Ze wordt sinds het afgelopen weekeinde dan ook terecht en fors door het gros van de media aangevallen. Zelf de Deense regering heeft nooit gezwicht voor de moslimeisen ten tijde van de mohammedcartoons. Met mensen als Merkel is Europa gedoemd te verdwijnen. Waarden en normen zijn voor deze machtsgeile dochter van een dominee van geen tel.

donderdag 27 augustus 2015

Marc Reynebeau

Gisteren, 26 augustus 2015, wijdde Marc Reynebeau in zijn krant De Standaard een interessant artikel aan de laatste moord op 26 augustus 1945 in de nasleep van het drama van Meensel-Kiezegem. Het viel me op dat deze hyperpolitiek correcte journalist schreef dat collaborateurs 'doodgeschoten' werden, en weerstanders 'vermoord'.

woensdag 24 december 2014

Jozef L. de Belder en de repressie

In het laatste nummer (2014/nr. 4) van het steengoede maar weinig bekende literair-historische tijdschrift Zacht Lawijd staat een artikel over de repressiejaren van de dichter Jozef L. de Belder (1912-1981). Onder de titel Voor mij een vader: Maurice Gilliams verdedigt J.L. de Belder brengt Elke Brems ons een helder en onvooringenomen overzicht van de collaboratie- en repressiejaren van de dichter en echtgenoot van Tine Lambert (p. 71-87).
Daaruit blijkt dat de Gentse krijgsauditeur Struye de Swielande vooral De Belders Ode aan den Führer, dat in het julinummer van 1944 in het tijdschrift De Vlag (p. 628) verscheen, kwalijk nam. Het gedicht zou nadien opgenomen worden in een nooit verschenen dichtbundel Een ode aan het rijk. Het was vooral dankzij de inzet van Maurice Gilliams dat Struye de Swielande een mildere houding aannam tegenover De Belder en diens dichtwerk. Hij werd tot een eerder geringe straf veroordeeld en kwam in juni 1948 op vrije voeten te staan. Ook schrijvers als Johan Daisne, Albert Westerlinck en Lode Baekelmans steunden Gilliams' initiatief.

zaterdag 20 december 2014

Spreken in Oostende

Donderdagavond gaf ik voor de Oostendse afdeling van de Vlaamse Volksbeweging een lezing over Leo Vindevogel. Een twintigtal aanwezigen volgden mijn uiteenzetting over het wel en wee van de volksvertegenwoordiger uit Ronse. Volgens de organisator was dit voor de koningin der badsteden een hoge opkomst. Achteraf waren er nog een aantal vragen en getuigenissen. Hierbij een sfeerbeeld.