Aan het hoofd stond de kleurrijke president Stafford Parker. Hij was een tijdlang schilder een een groot paardenliefhebber. Daarom werd ook een paard als embleem in de vlag van de nieuwe republiek opgenomen. De enige bekende afbeelding van deze vlag is nog steeds te zien in het Africana Museum van Johannesburg.
President Parker was beslist een vreemde kerel. Een Brits journalist noemde hem een "swagger citizin" of een zwierige burger. Hij ging zeer ostentatief gekleed en was te herkennen aan zijn hoge witte hoed, die hij steeds droeg. Hij inde belastingen met getrokken pistool en handhaafde de wet op nogal ruwe wijze over zijn tienduizend onderdanen. Wel stond hij bekend als meesterverteller.
Een lang leven was de Klipdrift Republiek evenwel niet beschoren. Al in februari 1871, na een kleine zeven maanden dus, hielden Parker en de zijnen het voor bekeken. Zij deden dat niet vrijwillig. Het Verenigd Koninkrijk, sterk geïnteresseerd in de diamantvondsten, nam de autoriteit over het gebied in handen. Parker zelf verhuisde naar Transvaal en werd er als lid van de Volksraad (parlement) verkozen.