Op 5 augustus 1941 trokken troepen van het Britse Gemenebest en de Sovjet-Unie het Duitsgezinde Iran binnen, en dat ondanks het feit dat het land zich neutraal had verklaard. Het ging hier duidelijk om een vorm van preventieve agressie. Iran werd door beide mogendheden opgesplitst: de Britten bezetten het zuiden met de rijke oliebronnen en het Rode Leger het noorden. De heersende sjah werd afgezet en zijn prowesterse zoon Mohammad Reza Pahlavi, die later door de Amerikanen in de steek werd gelaten, op de troon geplaatst. De bezetting van het land leidde tot een zware hongersnood in 1942 en 1943.
Tussen Iran en Hitler-Duitsland was voor de oorlog een innige band ontstaan, waarin economische belangen van doorslaggevend belang waren. Iran groeide uit tot een van Duitslands belangrijkste handelspartners. Hierbij gaven de enorme rijke Iraanse grondstofvoorraden de doorslag. Toen de oorlog in september 1939 uitbrak waren er honderden Duitse adviseurs, ingenieurs en andere technici in het land aanwezig. Een groot deel van de Iraanse bevolking sympathiseerde met de Duitsers, maar die was vooral gestoeld op hun afkeer voor de Britten en hun imperialisme. Duitsland zelf had zichzelf tegenover Iran nooit imperialistisch gedragen. De sjah zelf was een overtuigde Iraanse nationalist. In 1935 had hij zijn land Perzië herdoopt tot Iran, wat letterlijk "van de Ariërs" betekent. Heel wat nationaalsocialistische harten klopten hierdoor sneller.
Van 28 november tot 1 december 1943 vond in de Iraanse hoofdstad de zogenaamde Conferentie van Teheran plaats. De drie geallieerde leiders Churchill, Roosevelt en Stalin ontmoetten er elkaar voor het eerst (zie afbeelding). Voordien was al afgesproken dat Britten en Sovjets een half jaar na het einde van de wereldoorlog Iran zouden ontruimen. Stalin hield zich hier echter niet aan. Integendeel in november 1945 steunde hij communistische Iraniërs, die de Azerbeidzjaanse Volksrepubliek uitriepen, en in januari 1946 volgden Koerdische nationalisten met de Republiek Mahabad. Iraanse eenheden wilden in beide staatjes orde op zaken stellen, maar Sovjettroepen hielden hun tegen. Pas onder sterke druk van de Verenigde Naties ontruimden de Sovjets Iran. De Sovjet-Unie bezat toen nog geen atoombom en vreesden de militaire macht van de Verenigde Staten van Amerika. Zo trokken de Amerikanen het land binnen en behielden de Britten hun aandeel in de olie-industrie.(Bron: Historisch Nieuwsblad 2024/nr.6)