In het nieuwe boekdeel werd mijn artikel Een oorlog in de oorlog. Jopie Fourie en de Afrikaner Maritz-rebellie (p. 47-56) opgenomen. Wellicht is de bijdrage een van de zeer zeldzame die over hem verscheen na 1945 in de Lage Landen. Jopie Fourie (1879-1914) nam deel aan de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) en bekwam een hogere officiersrang, maar weigerde nadien te vechten in het Duitse Zuidwest Afrika. Hij kwam in opstand, werd gevangengenomen en op bevel van een gewezen Boerengeneraal in december 1914 gefusilleerd. Zijn dood zorgde indertijd voor heel wat ophef, en gaf een stimulans aan het Boerennationalisme. Onder meer Cyriel Verschaeve wijdde een gedicht aan hem.
In het verleden verschenen van mijn hand al tientallen boeken en brochures over diverse figuren uit de geschiedenis van de Vlaamse Beweging en de collaboratie in Europa. De belangrijkste zijn o.a. Hendrik Jozef Elias, Reimond Tollenaere, Odiel Spruytte, Jeroom Leuridan, enz. Meer inlichtingen vindt u op mijn webstek. Met deze blog wil ik in de toekomst berichten over mijn nieuwe projecten en over de literatuur die ik daarbij doorneem.
zaterdag 16 november 2024
Jopie Fourie
maandag 19 augustus 2024
Een onbekende 'Afrikaner' republiek of de kortstondige Republiek van Klipdrift
Aan het hoofd stond de kleurrijke president Stafford Parker. Hij was een tijdlang schilder een een groot paardenliefhebber. Daarom werd ook een paard als embleem in de vlag van de nieuwe republiek opgenomen. De enige bekende afbeelding van deze vlag is nog steeds te zien in het Africana Museum van Johannesburg.
President Parker was beslist een vreemde kerel. Een Brits journalist noemde hem een "swagger citizin" of een zwierige burger. Hij ging zeer ostentatief gekleed en was te herkennen aan zijn hoge witte hoed, die hij steeds droeg. Hij inde belastingen met getrokken pistool en handhaafde de wet op nogal ruwe wijze over zijn tienduizend onderdanen. Wel stond hij bekend als meesterverteller.
Een lang leven was de Klipdrift Republiek evenwel niet beschoren. Al in februari 1871, na een kleine zeven maanden dus, hielden Parker en de zijnen het voor bekeken. Zij deden dat niet vrijwillig. Het Verenigd Koninkrijk, sterk geïnteresseerd in de diamantvondsten, nam de autoriteit over het gebied in handen. Parker zelf verhuisde naar Transvaal en werd er als lid van de Volksraad (parlement) verkozen.