De Vlaamse 'Kolberg'-grenadiers. Wim Leys staat tweede van rechts |
De mythe wil ons nog steeds doen geloven dat om de nodige figuranten te bekomen, hiervoor duizenden soldaten van het front teruggetrokken werden. In waarheid betrof het soldaten die nog in opleiding waren of deel uitmaakten van allerhande reserve-eenheden.
Ook enkele Vlamingen maakten als figurant deel uit van de filmbezetting. Het waren Vlaamse vrijwilligers die behoorden tot het SS-Jagdverband D (sabotage en infiltratie) waarvan SS-Sturmbannführer Otto Skorzeny de leiding in handen had. Deze eenheid bevond zich nog in volle opleiding in de streek van Friedenthal nabij Oranienburg. Een van deze vrijwilligers was de Antwerpenaar Wim Leys. In september kregen hij en zijn kameraden te horen dat ze zich naar de tv-studio's dienden te begeven, waar ze in uniformen van het Pruisische leger uit het begin van de 19de eeuw gestoken werden en in de ware zin van het woord gedurende een aantal weken
soldaatje dienden te spelen. Ook Skorzeny was persoonlijk op de filmset aanwezig.
Toen de film in de maanden februari-maart 1945 in de Duitse bioscopen draaide, was een flink deel van Pruisen al door de Sovjet-Russen bezet. De stad Kolberg was grotendeels verwoest, en kon in tegenstelling tot 1807 niet meer gered worden van de ondergang. Thans is ze in Poolse handen.
Na zijn keiharde opleiding werd Wim Leys niet ingezet bij de SS-Jagdverbanden maar gemuteerd naar de 'Langemarck'-divisie.
Bron: DMZ-Zeitgeschichte, 2020, nr. 44.