Decennialang waren heel wat vakhistorici en medialieden de mening toegedaan dat het fascisme een nihilistische anti-beweging was zonder werkelijke ideologie en intellectuele stamboom. Met deze opvatting was het enigszins suspect om aan het fascisme al te veel aandacht te schenken. Zelfs kwam er geen antwoord op de voorhand liggende vraag: waarom bezat dan een zogenaamde beweging zonder idealen miljoenen bezielde aanhangers?
De laatste decennia (ongeveer sinds 1990) is hier gelukkig verandering in getreden. Er ontstond een nieuwe wetenschappelijk consensus: het fascisme was een revolutionaire ideologie en beweging met een utopisch einddoel. Deze nieuwe consensus maakte een verbreding en verdieping van het fascisme-onderzoek mogelijk.
Nu heeft men ook ontdekt dat er een Europese dimensie aan het fascisme en het nationaalsocialisme vastzaten. Onder kenners was dit gegeven al geruime tijd gemeengoed. Hierover verscheen alvast een eerste studie onder de titel Fascism, Liberalism and Europeanism in the Political Thought of Bertrand de Jouvenel and Alfred Fabre-Luce van de hand van Daniel Knegt, die hierop aan de Amsterdamse universiteit doctoreerde. Een Nederlandse vertaling van zijn boek ligt niet voor.
Knegt toont overtuigend aan dat het ideaal van een verenigd Europa en de fascistische gezindheid van zijn twee hoofdfiguren onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Stellig is deze vaker voorkomende ideologische verbinding tussen pan-Europese en revolutionaire-fascistische (ook bijvoorbeeld bij Anton Mussert en sir Oswald Mosley) opvattingen nog onvoldoende bestudeerd werd. Oprechte wetenschappers hebben ter zake nog flink wat werk te verrichten.
(NRC-Boeken, 30 maart 2018)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten